//= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-regular-400.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-solid-900.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-light-300.woff2' ?>
Mariska (35) is 33 weken zwanger van haar eerste kind. Ze heeft tweeënhalf jaar een relatie en woont anderhalf jaar samen met haar vriend.
Vroeger dacht ik altijd dat ik geen kinderen wilde. Ik vind mijn vrijheid heel belangrijk, ik vind het fijn om te reizen, ik zag op tegen de verantwoordelijkheid en ik vond mezelf geen moedertype. Maar anderhalf jaar geleden begon het een beetje te kriebelen. Mijn zusje had een zoontje gekregen. En ik had inmiddels een heel stabiele en vertrouwde relatie met iemand die altijd al wist dat hij vader wilde worden.
Ik herinner me dat iemand me in die tijd eens vroeg: ‘Heb je verlangen naar een kind’? En dat ik me tot mijn eigen verbazing heel diep van binnenuit hoorde zeggen: ‘Ja’. Ik schrok er zelf bijna van. Maar toen ik wist dat ik het wilde, wilde ik het ook graag heel snel en was ik ook ineens zwanger. Ik was heel erg blij. Maar het was ook een rollercoaster en ik dacht soms ook: is dit niet te snel gegaan? Is dit echt wat ik wil? Krijg ik er geen spijt van straks? Straks heb ik dat kindje en is het niets voor mij. Ik had het niet moeten doen. Het past niet bij me. Terwijl ik aan de andere kant ook heel sterk voelde: het past enorm bij me.
Ik vond dat wel verwarrend. Je hoort alleen maar blij te zijn. Het voelde ook ondankbaar: er zijn zoveel mensen die het heel graag willen en bij het niet, of pas na veel moeite lukt. Het was fijn dat iemand tegen me zei: neem rustig de tijd om er aan te wennen. Dat heb ik gedaan en nu voelt het echt goed.
Wat ik ook zwaar vond, was dat ik meteen zoveel keuzes moest maken: wil je je laten vaccineren tegen kinkhoest? Wil je de Nip-test? Er komen steeds maar meer keuzes voor zwangere vrouwen en ik weet niet of ik daar heel blij van word. Hoeveel wil je van tevoren weten over je kind? Ik wilde de test liever niet doen: ik wilde niet voor de keuze komen te staan of we het kindje zouden houden of niet. Maar mijn vriend wilde het wel heel graag en we hebben het wel gedaan. In de weken dat we wachtten op de uitslag, kwam ook hij er een beetje van terug. We waren verder in de zwangerschap, voelden al meer binding met ons kindje en toen kreeg hij het toch ook moeilijk bij de gedachte dat we voor zo’n zware beslissing zouden komen te staan. Maar gelukkig is dat ons bespaard: de uitslag was positief.
Het tweede deel van de zwangerschap bevalt me sowieso beter dan het eerste. In het begin leef je van controle naar controle en was ik heel onzeker bij alles wat ik voelde: hoort dit er bij of moet ik hier iets mee? Nu is er meer rust en vertrouwen gekomen. En ik kijk echt uit naar de bevalling. Dat lijkt me zo bijzonder, zo krachtig, zo verbonden met alle moeders op de wereld en alle moeders die je zijn voorgegaan. Dat lijkt me echt een hele mooie ervaring. Ik ga er met vertrouwen in.
Het was een warm nest. Ik ben de oudste van vier meisjes en mijn vader en moeder zijn nog steeds samen. Vriendinnetjes waren altijd welkom en mochten altijd blijven eten. We hadden familierituelen: als we op fietsvakantie gingen, had mijn moeder een grabbelton mee, waar we om de zoveel kilometer iets uit mochten halen. Op zondag ontbeten we met z’n allen en dan gingen we vaak naar het bos. Als we 21 werden, gingen we, zonder de zusjes, een weekendje weg met onze ouders en mochten we zelf kiezen waar we naar toe wilden. We vierden uitgebreid Sinterklaas met cadeautjes en surprises.
Mijn ouders vroegen respect, maar gaven het ons ook. Toen ik een jaar of elf was, besloot ik vegetariër te worden. Opeens dacht ik: ik ga toch geen dieren meer eten? Wat is dat voor iets raars? Dat was in die tijd minder gebruikelijk dan nu, er waren veel minder alternatieven en mijn moeder keek er wel van op, maar kookte voortaan wel apart voor mij.
Al die dingen wil ik graag doorgeven: de warmte, de gezelligheid, het respect. En ik hoop dat wij met ons gezin ook eigen rituelen kunnen ontwikkelen. Kijken wat dat kan zijn. Rituelen en tradities zijn heel belangrijk: ze verbinden je met elkaar.
Mijn vriend is de oudste van twee jongens, maar komt verder uit eenzelfde soort nest. Hij heeft van huis uit meegekregen dat sporten belangrijk is voor je lichaam en je geest. Doorzettingsvermogen. En zijn moeder koopt veel in kringloopwinkels. Dat willen we ook graag doorgeven: dat iets samen doen en samen herinneringen opbouwen dierbaarder is dan (nieuwe) spullen.
Vanuit mezelf zou ik heel fijn vinden als mijn kind vegetariër wordt en probeert het milieu en het klimaat niet onnodig te belasten. Maar het allerbelangrijkste is dat er liefde en warmte is in een gezin en dat een kind zich gezien en gehoord voelt – met alles wat er is. Als we dat kunnen meegeven, denk ik dat het goed komt.
Ik probeer zo min mogelijk verwachtingen te hebben. Maar wat ik mooi vind aan kinderen is dat ze zo intuïtief zijn en zich zo kunnen verwonderen over dingen. Ik hoop dat hij met verwondering in de wereld staat. Natuurlijk hoop ik dat hij gelukkig wordt, maar ik weet maar al te goed dat verdriet, onzekerheid en angst er ook bij horen. Dus ik hoop dat hij weet dat dat er ook allemaal bij hoort, maar zo weerbaar en sterk is dat hij dat aan kan.
En stiekem hoop ik dat hij een muziekinstrument gaat bespelen. Ik heb dat van huis uit niet meegekregen, maar ik ben gaan zingen en ik push mijn vriend om gitaar te gaan spelen. Ik hoop dat muziek een belangrijk onderdeel wordt van ons gezin. Muziek verbindt. Het lijkt me heerlijk om met z’n allen muziek te maken.
Zodra ik wist dat ik zwanger was, voelde ik me ontzettend kwetsbaar. Dat is niet meer weggegaan en dat vind ik best eng. Mijn grootste angst is dat er iets gebeurt met de mensen die ik in mijn hart heb gesloten. Mijn ouders en zusjes. Later kwamen daar de partner van mijn zusje bij, haar kind, mijn eigen partner, zijn ouders, broer en andere mensen die in mijn leven belangrijk zijn geworden. Door de zwangerschap voel ik die kwetsbaarheid in een overtreffende trap. De onvoorwaardelijke liefde die ik nu al voel voor ons kindje is aan de ene kant heel mooi, maar ook beangstigend.
Ik was altijd heel maatschappelijk betrokken. Ik werkte voor een linkse politieke partij en ik stond echt op de barricaden: liep mee in demonstraties en flyerde aan de deuren. En ik voel me nog steeds heel erg betrokken bij het milieu en bij de klimaatverandering, maar tegenwoordig word ik er vooral zo verdrietig van. Wat kan ik nou in mijn eentje veranderen? Als ik naar het journaal keek, moest ik soms huilen: al die vluchtelingen, het klimaat, oorlog overal. Er is zoveel onrecht en ik voel me zo machteloos.
Eigenlijk geloof ik dat de mens van nature goed is, maar als ik zie wat mensen elkaar aandoen, raak ik daar echt van in verwarring. Dus ik heb een paar jaar geleden besloten dat ik uit een soort lijfsbehoud niet meer naar het journaal kijk. Dan maar liever geen krant meer. Ik probeer het in mijn eigen leven wel zo goed mogelijk te doen: ik zet de verwarming laag, sta niet te lang onder de douche, scheid mijn afval en vlieg maximaal één keer per jaar. Ik weet wel dat ik mijn kop in het zand steek. Maar dit is op dit moment goed voor mij. Misschien komt het wel weer, maar nu even niet.