‘Ik hoop dat ze anderen in hun eigenheid kunnen accepteren’

‘Ik hoop dat ze anderen in hun eigenheid kunnen accepteren’

Sanne: Ik ben gevoeliger geworden. Ik word sneller geraakt door het nieuws, zoals berichten over kinderen die aan de Amerikaanse grens van hun ouders worden gescheiden. Of over een bombardement waarbij kinderen omkomen. Ik kan nu zoveel beter dan vroeger invoelen hoe dat moet zijn. 
Ik merk ook dat ik nu veel beter weet waar mijn prioriteit ligt. Ik hou veel van m’n werk, maar ik ga wel echt op tijd naar huis, want ik wil Naomi niet te laat van de opvang halen. 
Stefan: Ik denk ook wel dat onze relatie is veranderd. We hebben minder tijd voor elkaar en voor wat diepgaander gesprekken. 

Sanne: Ik ervaar het als een belofte. 
Stefan: Dat vind ik heel mooi gezegd. En ik vind het ook heel bijzonder te weten dat er in Sanne nieuw leven aan het ontstaan is. Je kan het nog niet zien, maar je weet dat het er is. 
Sanne: Er zijn wel wat meer zorgen dan bij de zwangerschap van Naomi. Toen ging alles heel voorspoedig, maar dit keer ben ik onder controle van de gynaecoloog. Ik ben nu achttien weken zwanger, maar ik kan er nog niet heel erg van genieten, omdat ik bezorgd ben dat het toch nog mis gaat. 
Ik sta voor de klas en dat is inspannend, zeker in deze periode waarin de kinderen nogal hyper zijn. Het zit eigenlijk constant in mijn hoofd: het moet wel goed blijven gaan, het moet zo lang mogelijk in mijn buik blijven zitten. Ik probeer er maar niet al te erg aan te denken. Op de echo ziet het er gelukkig allemaal wel goed uit. 
Stefan: Voor mij is een extra zorg of het wel goed blijft gaan met Sanne. Het is fijn dat ze goed in de gaten wordt gehouden, maar daardoor maak je je ook meer zorgen, terwijl er natuurlijk helemaal niet iets mis hoeft te zijn. 
Sanne: Dat is ook een nadeel van de technologie: als je afwijkt van de norm, word je extra goed in de gaten gehouden, terwijl alles goed kan zijn.

Sanne: Hard werken: als je iets gedaan wil krijgen, moet je er zelf voor werken en doorzetten. Mijn ouders gaven ons ook mee dat we oog moeten hebben voor anderen. Ik ben de oudste en moest een beetje voor mijn broertjes zorgen en ook wel het goede voorbeeld geven. Geloof was ook belangrijk. En muziek en zingen, hoewel ik daar nu weinig meer mee doe.
Stefan: Ook bij ons gold wel dat je ergens voor moet werken: als je een extra zakcentje wil hebben, moet je maar een zaterdagbaantje nemen. Ook bij ons was het geloof belangrijk, maar voor mijn gevoel zat dat vooral in de dingen die we deden: bidden en Bijbellezen bij het eten, naar de kerk gaan en naar een christelijke school. Daardoor heb ik wel veel meegekregen en ik ben er ook zeker door gevormd. Maar we praatten er eigenlijk niet heel veel over. Het had ook wel consequenties voor wat we deden, maar dat was niet heel expliciet en werd niet erg benadrukt. 
Sanne: Bij mijn ouders uitte het geloof zich zeker ook in kleine, menselijke dingen: een helpende hand, een luisterend oor. Niet zozeer in het grote, politieke.’ 

Sanne: In ieder geval wel dat harde werken. Niet dat ik het belangrijk vind om carrière te maken, maar ik denk dat het belangrijk is dat onze kinderen weten dat ze – als ze iets heel graag willen –dat kunnen bereiken als ze zich daarvoor inzetten.
Ik geloof niet dat het leven maakbaar is, dat vind ik te sterk uitgedrukt, maar je hebt er wel invloed op. Je kan het veranderen. Dat denk ik wel.
Stefan: Ik vind het wel heel belangrijk om haar het geloof mee te geven. Dat is wel de boom waaraan ik de andere waarden ophang. 

Stefan: Vooral een persoonlijke relatie met God. En dat ze zorgzaam is naar andere mensen toe en voor haar spullen. En misschien ook wel voor grotere dingen als het klimaat. Wij zijn zuinig met elektriciteit en water en we scheiden ons afval. Dat krijgt ze natuurlijk wel mee. 
Sanne: En dat weet ze al precies: plastic hoort in díe bak en papier in die andere.

Sanne: Ik vond het best leuk om de oudste te zijn, maar ik had ook wel het gevoel dat ik het goede voorbeeld moest geven en niet naast het paadje mocht lopen. Ik hoop dat we onze kinderen kunnen meegeven dat ze mogen genieten, hun eigen ding mogen doen, hun eigen pad mogen bewandelen. Natuurlijk heb je in een gezin een bepaalde rol en misschien ontkom je daar soms niet aan, maar als je je er al ouders bewust van bent, kun je wel proberen je kinderen ruimte te geven dat ze zichzelf mogen zijn.
Stefan: ‘Ik vind het belangrijk dat ze mogen voelen wat ze voelen en dat we daar met elkaar over kunnen praten. 

Sanne: Dat ze gelukkig worden. Dat is nummer één. Maar ik wil ook graag dat ze sterk personen worden, die bestand zijn tegen de dingen waar ze mee te maken krijgen en daarmee om kunnen gaan. 
Ik hoop dat ze een goede vriendin of vriend zijn. En ik hoop ook dat ze open zijn: dat ze niet te snel een oordeel vellen en anderen in hun eigenheid kunnen accepteren. 
En verder vind ik het belangrijk dat ze goed voor hun lichaam zorgen en gezond leven: sporten en gezond eten. En dat ze zelfstandig worden en hun eigen boontjes kunnen doppen. Natuurlijk kunnen ze op ons terugvallen, als dat nodig is, maar we gaan ze zeker niet alles uit handen nemen. 

Sanne: Vooral dat het heel erg zoeken is. Onze eigen opvoedingen liggen vrij dicht bij elkaar, waardoor we behoorlijk op één lijn zitten. Maar ik heb gemerkt dat hoe we zelf opvoeden ook wordt bepaald door wie Naomi is. Ik had niet gedacht dat ik dat ooit zou zeggen. Naomi is behoorlijk initiatiefrijk en soms koppig en ik vind het soms echt zoeken hoe ik daarmee moet omgaan. 

Sanne: Ik dacht altijd: opvoeden is opvoeden. Je hebt je eigen regels en zo ga je dat doen. Dat is eigenlijk gek, want ook in de klas ga ik met verschillende kinderen natuurlijk verschillend om. Maar ik realiseer me nu pas dat je dat ook in je eigen gezin zo doet. Stel dat onze tweede wat meer verlegen is, dan willen we hem of haar waarschijnlijk stimuleren om meer initiatief te tonen. Ik denk dat mijn ouders dat ook zo hebben gedaan, maar dat realiseer ik me eigenlijk pas goed nu ik zelf moeder ben. 

Stefan: Ik probeer het zo goed mogelijk te doen en ik hoop natuurlijk dat ze later positief terugkijken op hun opvoeding, maar het is wel zoeken hoe je goed kunt zijn voor je kinderen en hoe je hen kan geven wat ze nodig hebben. Ik heb natuurlijk ook mijn blinde vlekken en tekortkomingen. 
Sanne: Ja, dat. En ook: sinds wij opgegroeid zijn, is de samenleving heel erg veranderd. Kinderen krijgen op de basisschool al een mobieltje en er zijn steeds nieuwe social media. Stefan staat daar wat positiever tegenover dan ik en onze kinderen gaan dat natuurlijk allemaal ook leuk vinden. Wat moeten wij dan goedvinden en wat niet? En hoe gaan zij zich staande houden in de maatschappij van morgen?’ 

Interview: Marijke Verduijn