‘We hopen dat niet alles om ons kind gaat draaien’

‘We hopen dat niet alles om ons kind gaat draaien’

Liselotte: ‘We hebben ons altijd gerealiseerd dat het niet vanzelfsprekend was dat we zwanger zouden kunnen raken, maar het was sneller dan we hadden durven dromen. Nu die wens in vervulling is gegaan, zijn we natuurlijk vooral heel blij, maar we merken dat het meteen ook onzekerheden met zich meebrengt. 
Dat speelde vooral de eerste maanden. Gelukkig was de 11-wekenecho goed, maar nu de 20-wekenecho er aan komt, vind ik het toch weer heel spannend. 

Pieter: ‘We durven het misschien nog niet helemaal toe te laten. Er is zoveel vreugde om ons heen, blijdschap, felicitaties. Maar het is nog maar 19 weken en als we vrijdag te horen krijgen dat het niet goed is … 

Liselotte: ‘We hebben samen verschillende scenario’s besproken en ervoor gekozen om wél de NIPT-test te doen. Soms beslist de natuur niet voor je, maar moet je zelf beslissen. Ik ben blij dat we daarin op één lijn zitten. Gelukkig zien we om ons heen dat het heel vaak goed gaat. 

Liselotte: ‘Dat ik met de keuzes die ik maak nu al iets moois mee kan geven qua gezondheid. En ook dat het ons heel erg samenbindt. Dat geeft veel vertrouwen voor de toekomst. 

Pieter: We willen dat een kind op kan groeien onder goede condities. In de afgelopen jaren zijn we volwassener geworden en hebben we tijd besteed aan onze carrière. Ik ben twee jaar ouder dan Liselotte en was er al wel een tijdje aan toe. 

We hebben altijd gezegd: als het komt, is het heel erg welkom. Maar ik vind het ook heel fijn met z’n tweeën en we realiseren ons ook het  dat het leven door een kind behoorlijk kan worden beheerst. 

Ik denk dat we nog niet goed kunnen inschatten hoe een kind je leven op z’n kop zet, maar we willen heel graag dat ons leven niet om ons kind gaat draaien, maar dat het kind in ons leven meedraait en we hierin samen een goede balans kunnen vinden. Gelukkig hebben we afgelopen zomer bij vrienden gezien dat dat kan. Dat gaf ons het vertrouwen dat het bij ons ook zo zou kunnen. 

Nee, dat niet, maar ik vind het wel knap hoe ze er mee om gaat. Dat verbaast me tegelijkertijd ook niet. Ik vond het altijd al heel bijzonder hoe zij omgaat met wat op haar pad komt. 
Ik was een paar jaar zoekende in mijn werk en ben ook een half jaar uit de running geweest. Daar heeft Liselotte ook last van gehad. Ik kon niet veel; we konden niet even een middagje uitwaaien op het strand. Maar Liselotte is altijd de steady factor. Zij kan zich goed staande houden. 

Liselotte: Nee, eigenlijk niet. We maken wel bewuste keuzes bij wat we aanschaffen. We kijken naar spullen die duurzaam zijn en meegroeien. En verder hopen we thuis fijne condities te kunnen scheppen, in de hoop dat we de wereld samen aankunnen. 

Pieter: ‘Als je iets wil, moet je ervoor knokken en werken. Niets is vanzelfsprekend. En als iets wel vanzelf komt, moet je daar dankbaar voor zijn.’

Liselotte: ‘Dat ik altijd terecht kan bij mijn ouders – om uit te huilen of advies te vragen. Tijdens mijn studie is mijn vader begonnen om mij iedere woensdag te bellen.  Dat doet hij nog steeds. En daar kijk ik iedere week naar uit. 

Liselotte: ‘Dat het goed is om dingen uit te praten. Als er bij mij thuis ruzie was, ging je ’s avonds slapen en dan was het ’s morgens wel weer goed. Maar Pieter heeft van huis uit meegekregen: je gaat niet slapen als je ruzie hebt. Dat praat je eerst uit. Dat zou ik er wel graag in willen houden.’ 

Pieter: ‘Ik ben best streng opgevoed, met duidelijk normen en grenzen, en bij Liselotte was dat ook. Dat vind ik mooi. Ik denk dat kinderen duidelijkheid hard nodig hebben.’ 

Liselotte: ‘ik heb het niet per se als heel streng ervaren, maar we wisten wel heel goed waar we aan toe waren. Tegelijkertijd kon er best veel: van logeerpartijtjes tot fouten maken en weer opgeraapt worden.  
Ik kan nog steeds heel goed sparren met mijn vader. Bij mijn ouders kan ik nog steeds kind zijn. 
Ik denk dat Pieter misschien wat strenger zou zijn en ik wel wat meer goed zou vinden, maar op de grote lijnen zijn we het wel eens.’

Pieter: ‘Kinderen krijgen tegenwoordig wel heel veel vrijheid.’

Liselotte: ‘Wij zijn wel een beetje van het ouderwetse “Rust, reinheid en regelmaat”. Een kind moet wel kind kunnen zijn en ondeugend zijn is alleen maar leuk. Maar het moet niet doorslaan.’ 

Pieter: ‘Mijn ouders hadden een eigen zaak en dat betekende keihard werken. Mijn vader maakte lange dagen en was hierdoor vaak van huis. Dat is geen verwijt , want wij hebben er ook van mogen profiteren en ik ben trots op wat mijn ouders hebben bereikt. Maar ik hoop zelf wel een andere balans tussen werk en t gezin te kunnen vinden.’ 

Liselotte: ‘Ik zou het heel fijn vinden als Pieter goed meedraait – omdat dat fijn is voor ons samen en voor ons kind. En ook omdat het belangrijk is om samen te kunnen reflecteren op wat je tegenkomt.
We moeten natuurlijk zien hoe het gaat, maar ik denk dat we ons kind zoveel veiligheid willen meegeven, dat het fouten durft te maken – ook omdat het weet dat wij er zijn. Dan leert het vanzelf omgaan met de ruimte die het krijgt.’ 

Pieter: ‘We willen het een veilig en geborgen plekje geven, maar het ook stimuleren om ook genoeg aan zichzelf te hebben, ook zelf te kunnen spelen en zijn eigen ding te doen, zodat wij ook ruimte krijgen voor onze eigen behoeftes.  behoefte aan hebben.’

Liselotte: ‘Onbevangen. Dat het fouten durft te maken. En dat het er is voor anderen en in liefde en verbondenheid kan leven.’ 

Pieter: ‘Dat is een beetje dubbel. Ik denk dat we het wel goed voor elkaar hebben, maar je weet nooit hoe het gaat. Ik had als kind zware astma. Daar ben ik – mede doordat ik heel veel heb gesport – overheen gegroeid, maar het zou zo maar kunnen dat ik dat doorgeef. Tegelijkertijd maak ik me daar ook geen grote zorgen over, want ik weet wat er kan gebeuren en wat wij zouden kunnen doen.’ 

Liselotte: ‘Ik ben wat meer door het leven heen gefietst, maar we hebben een fijne basis en een heel hecht en lief netwerk om ons heen. De verwarming zit nu al vol kaartjes van lieve mensen die ons feliciteren met de zwangerschap. Mijn broer en zijn vriendin wonen in de buurt; als er iets zou zijn, zouden ze midden in de nacht in de auto stappen  en zij zijn niet de enigen.’ 

Liselotte: ‘Dat het zijn of haar eigen karakter kan ontwikkelen. Deze maatschappij vraagt heel veel van je, ik hoop heel erg dat ons kind de ruimte krijgt om zichzelf te ontwikkelen en zijn eigen keuzes te maken.’ 

Pieter: ‘Ik hoop vooral dat het de mogelijkheden krijgt om te bereiken wat het wil bereiken. Dat zit in gezondheid, maar ook in de geest en het verstand. Ik denk dat je daar als mens heel veel geluk uit kan putten. En ik hoop dat het gaat sporten. Sporten is heel belangrijk: het is goed voor je gezondheid, leert je discipline, doelen stellen en knokken.’ 

Liselotte: ‘Een tijd geleden kwam ik een gedichtje tegen dat dat een beetje omvat: het is oké om te vallen en een misstap te maken, maar blijf vooral met een open blik en een open hart naar de wereld kijken. En wij zullen altijd met je meelopen en er voor je zijn.’