‘Ik hoop dat ze weerbaar zijn en zelfredzaam’

‘Ik hoop dat ze weerbaar zijn en zelfredzaam’

‘Goed! Natuurlijk zijn er ongemakken, maar ik heb eigenlijk weer een hele fijne zwangerschap. Ik voel me fit en dankbaar dat het weer is gelukt. 

Ik ben een behoorlijke controlfreak en als je nog geen kinderen hebt, draait de wereld om jou. Bij mijn eerste zwangerschap merkte ik al dat dat een grote transitie is, die ook iets deed met mij als mens. Ik vind het heel mooi dat ik dat nog een keer mag meemaken. 
Ik zie het ook echt wel een beetje als een spirituele ervaring: dat je zo dicht bij de natuur staat, jezelf tegenkomt, het met elkaar kan doen. 
En ik vind het heel bijzonder dat er weer leven in me groeit, wat van alles met zich mee gaat brengen wat je eigenlijk niet kan plannen. 

Ja, dat denk ik wel. Ik heb heel veel geleerd van de vorige zwangerschap en van vooral de tijd na de bevalling. Bijvoorbeeld dat mijn wereldje kleiner mocht worden en dat ik mijn grenzen mocht aangeven. 

We hebben echt moeten leren om dingen los te laten. We wilden allebei heel graag het leven vasthouden dat we hadden en dat hadden we ook al helemaal geregeld. Maar nu ik weet wat er voor in de plaats komt, ben ik vooral benieuwd naar wat dit nieuwe kind voor ons gaat betekenen – ook voor onze persoonlijke ontwikkeling. 

Ik weet niet of ik daar van tevoren echt een beeld bij had, maar wat me wel heel positief heeft verrast, is hoe mijn omgeving daar ook in mee is gekomen. Ik was 25 toen ik zwanger werd en in mijn vriendenkring was ik de eerste die een kind kreeg. 
Ik wilde heel graag moeder worden, maar dat aspect vond ik ook lastig. Van tevoren dacht ik dat ik die twee rollen zou scheiden: ik word moeder én ik blijf Anouk. Maar wat ik mooi vind en waar ik ook dankbaar voor ben, is dat die twee rollen zich op een heel natuurlijk manier met elkaar verweven – en dat mijn omgeving daar heel natuurlijk in meegroeit. 

Ja, in heel positieve zin. Je leert elkaar veel beter kennen. We hebben altijd veel prikkels opgezocht: Sander houdt van kitesurfen, ik van surfen, we hebben veel vrienden, we houden van reizen. Wij vinden het allebei leuk om buiten de gebaande wegen op zoek te gaan naar wat er nog meer mogelijk is. Dat geeft vrijheid en een hele mooie dynamiek in een relatie. 

Toen Sam zes maanden was, zijn we – met een koffer vol luiers en knijpfruit – door the middle of nowhere in Brazilië getrokken. Dat heeft ons heel mooie avonturen opgeleverd, maar dat was natuurlijk ook niet meer houdbaar. En ik heb inmiddels ook ervaren dat we met minder prikkels ons ouderschap ook goed kunnen invullen. We houden allebei zeker nog van avontuur, maar we hebben daar meer balans in gevonden en dat geeft rust. 

Dat denk ik wel. Sam vindt het heel leuk om mee te gaan naar vrienden, maar ik wil haar ook niet altijd overal mee naar toe slepen en ik vind structuur ook belangrijk. Ik heb daar wel wat meer rust in gekregen. En dat is met twee kinderen vast nog sterker. Een vriend zei laatst: ‘Eén kind is een accessoire, twee is een organisatie.’ 

Ik merk dat ik sowieso meer naar mijn moeder en naar andere ouders kijk: hoe hebben zij dat moeten doen? Ik realiseer me ook sterker waarom mijn ouders altijd bezorgd over me zijn geweest. 
Zeker als ik naar het grotere plaatje van de wereld kijk: het gaat om de toekomst van je kind en er zit iets in de natuur waardoor je je kind wil beschermen tegen pijn. Maar als ik naar mezelf kijk, heb ik dingen meegemaakt die pijnlijk waren, maar waar ik toch ook dankbaar voor ben en waar ik aan ben gegroeid.  

Daar hadden we het toevallig laatst zelf ook over: welke kernwaarden hebben we eigenlijk meegekregen? 

Van mijn moeder zijn dat dankbaarheid, zelfreflectie en zorgzaamheid voor mensen, dieren en plantjes. Daardoor ben ik behoorlijk empathisch geworden.  

Mijn ouders waren 18 toen ze mij kregen en zijn gescheiden toen ze 21 waren en twee kinderen hadden. Ze studeerden nog en moesten tegelijkertijd hun leven nog opbouwen en hadden het financieel behoorlijk zwaar, maar ik kan me niet herinneren dat ik als kind het gevoel heb gehad dat we tekort kwamen. Mijn vader had een studentenkamer en als we bij hem waren, sliepen we op matrasjes op de grond en maakte hij het gezellig met een minikerstboom. We konden blij zijn met heel kleine dingen. 

Van mijn vader heb ik heel erg meegekregen dat je kritisch mag zijn op wat je aanneemt als waarheid. Ik vind het fijn dat we als ouders zelf kunnen invullen hoe we leven. De gemiddelde standaard helpt je niet altijd om een gelukkige ouder te zijn. Wij hebben een manier gevonden om te doen wat voor ons allebei goed voelt en dat maakt ons, denk ik, leukere ouders.  

Ook Sanders ouders zijn totaal niet materialistisch ingesteld. Sander zegt altijd: “De wereld is een speeltuin.”  Als wij op vakantie gaan, zegt hij: “Waarom zouden we speelgoed meenemen? De wereld is een speeltuin. Ga naar buiten. Kijken. Iets doen.” Natuurlijk heeft Sam speelgoed, maar ze kan zich ook heel goed vermaken met kleine dingen.
Sander ziet heel veel dingen: iets kleins op de grond, een detail in een huis. Dat stimuleert hij ook bij Sam. 

We zijn ons er heel erg van bewust dat wie jij als ouder bent, effect heeft op je kind. Wij hebben wel eens ruzie en die emoties mogen er natuurlijk zijn, maar weet wat je met elkaar deelt in het bijzijn van je kind. Je kan je kind onbewust gebruiken voor je eigen belang, maar ik denk dat je altijd je liefde voor je kind voorop moet stellen. 

En verder praten we veel over praktische dingen als opruimen en zo. Ik ben wat meer van de chaos en Sander is daar wat strenger in. Dat moet je wel met elkaar bespreken. Ik denk dat het voor een kind belangrijk is dat je als ouders op één lijn zit. Die stabiliteit willen we wel graag meegeven. 

Misschien komt het doordat ik zwanger ben, maar ik heb wel meer dan Sander behoefte aan zekerheid. Het is een gekke tijd, waarin we tegen allerlei beperkingen oplopen. Anderzijds: de wereld is nog steeds een speeltuin. Kijk naar wat er wél kan. 

We leven in vrijheid en overvloed en dat hoop ik stiekem natuurlijk ook voor mijn kind, maar ook als het tegenzit, hoop ik dat het weerbaar is. Pijn is een heel mooi onderdeel van het leven. Dus ik hoop dat mijn kinderen weerbaar zijn en zelfredzaam. 

Er gebeuren dingen waar je geen invloed op hebt, maar is dat erg? Misschien kun je dat pas zo zien als je volwassen bent, maar je leert en ervaart ook door tegenslag. Je kunt ook groeien aan pijn. En ook dankbaar zijn voor een periode waarin je veel verdriet hebt gehad om wat er allemaal wél was en hoe je daarmee hebt leren omgaan. Natuurlijk wil je dat je kinderen gelukkig zijn, maar geluk zit er niet in dat alles meezit.’ 

Interview: Marijke Verduijn