‘Ik hoop dat ons kind het perspectief van anderen kan zien’

‘Ik hoop dat ons kind het perspectief van anderen kan zien’

Ik dacht altijd: op een gegeven moment doe je dat gewoon. Maar mijn partner was daar niet zo van overtuigd, dus in de tien jaar dat we samen zijn heb ik ook wel gespeeld met de gedachte dat dat misschien niet zou gebeuren.

Ik ben nu pas dertig en ik vond het ook wel fijn dat ik werd uitgedaagd daarover na te denken. Zou ik zonder kind ook een vol leven hebben? Hoe geef je dat dan vorm? Dus de uitdaging zag ik wel zitten, maar ik kon me toch niet echt voorstellen dat we het nooit zouden meemaken: dat hele traject van zwanger zijn, bevallen en het zien opgroeien van een baby’tje tot een mens met wie je een onvervangbare band hebt.

Als kind heb je een sterke band met je ouders, maar andersom is dat nog sterker, denk ik. Ik wilde die onvoorwaardelijke liefde graag voelen. En om een aantal redenen waren we er beiden opeens wel klaar voor.

In het begin was het niet alleen maar fijn: ik heb me best lang niet lekker gevoeld. Maar nu vind ik het zo prachtig om leven te voelen en mijn lichaam te zien veranderen. Ik kijk nu ook  al anders naar mijn partner. Het voegt een heel nieuwe dimensie toe. Straks is er een nieuw mens dat van ons allebei van alles meekrijgt.

Nou, ik was wel heel emotioneel door de uitslag van de verkiezingen. Wat voor wereld gaan we bouwen?

Ik vind klimaatverandering een heel spannend thema. Ik ga daar al van alles van meemaken, maar voor onze baby wordt dat misschien wel echt serieus problematisch, als wij niet met z’n allen in actie komen. Ik probeer zelf klimaatvriendelijk te leven, maar ik had gehoopt dat we met z’n allen iets onzelfzuchtiger zouden zijn. Met deze uitslag voelde ik dat helaas niet. Ik hoop dat we niet eindeloos individualiseren en alleen voor ons eigen plekje knokken, maar meer naar elkaar om willen kijken. Dat gaat uiteindelijk verder dan klimaat.

Ik zei een keer tegen mijn moeder: ‘Eigenlijk is een kind krijgen de grootste footprint die je qua CO-2-uitstoot kan zetten.’ Toen zei zij: ‘Maar misschien is jullie kind wel degene die alles gaat oplossen.’ En dat ligt natuurlijk niet direct voor de hand, maar ik vind het wel heel hoopgevend dat ons kind wat meekrijgt van mij en wat meekrijgt van Tjerk en een leven gaat opbouwen. En mijn hoop zit er ook in dat hij liefde en passie gaat kennen.

Dat je een ander in zijn of haar waarde laat en andere perspectieven kan zien. Soms is dat ingewikkeld, maar ik heb geleerd om altijd te bedenken: wat is de situatie van deze persoon en hoe beschouwen zij deze situatie? En hoe kunnen we een gemene deler vinden? We delen zoveel. We begrijpen allemaal hoe je van je kinderen kan houden, of dat je onzeker kan zijn. Daarom probeer ik vaak te vragen waarom iemand vindt wat zij vindt. Of waarom hij doet wat hij doet.

Door begrip voor mensen van alle lagen in de samenleving en van alle culturen en gewoontes kan je tot elkaar komen. En je staat nooit in alles lijnrecht tegenover elkaar. Je kan wel van elkaar blijven verschillen, maar elkaar ook in z’n waarde laten. Want uiteindelijk kun je niet allemaal op je eigen waarheid blijven zitten.

Wat ik heel leuk vind aan mijn partner is dat hij grenzeloos creatief is: probeer maar, ga maar onderzoeken. Het mag ook mislukken. Dat zit in zijn familie en dat vind ik heel mooi.

Een veilige plek. Dat hij zijn gevoelens bij ons kwijt kan en dat wij hem niet belasten met onze meningen en gevoelens. En we vinden het allebei heel belangrijk goed na te denken over het voorbeeld dat we geven.

Ik heb gemerkt dat de vanzelfsprekendheden uit je eigen opvoeding niet altijd vanzelfsprekend zijn voor de ander. Ik ben nog af en toe actief in het Apostolisch Genootschap. Voor mijn man hoeft dat niet. Ik zou ons kind wel graag willen laten dopen, maar hij is niet religieus opgevoed en voor hem is dat niet vanzelfsprekend. Dus ik moet wel goed kunnen uitleggen wat de doop voor mij betekent.

Voor mij is de doop de belofte om je kind een goede bodem en een veilige haven te bieden. Natuurlijk hebben we die intentie sowieso. Maar ik vind het belangrijk om daarin verbinding te zoeken en die intentie op een bepaald moment en binnen de groep mensen van de gemeenschap te markeren. En mijn man heeft niets met dat ritueel en vindt ook dat je je kind daarmee een geloof oplegt.  

We zijn er nog niet uit, maar mijn oom zei heel mooi: je kan het er nu over hebben, maar als de baby er straks is en je zo’n wondertje in je armen hebt, ga je misschien ook allebei weer anders kijken. Ervaar dat maar gewoon.

Interview: Marijke Verduijn