//= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-regular-400.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-solid-900.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-light-300.woff2' ?>
Claudia Zahra werd op haar 21e moslima. Waarom maakte ze die keuze? Hoe reageerde haar moeder? En hoe had Claudia gewild dat haar moeder zou reageren?
‘Ik heb altijd al het gevoel gehad dat mijn leven een doel had: er is iets bijzonders in het leven dat ik nog moet ontdekken. En op een gegeven moment ben ik gaan lezen: over verschillende religies, maar ook over bijvoorbeeld Nieuwe Tijdskinderen.’
‘Nee, ik heb niet zoveel met het instituut kerk, omdat mensen daar vaak hun eigen waarheid prediken. Ik ga wel veel om met moslims, maar ga niet veel naar de moskee. Ook tijdens mijn zoektocht binnen de islam, die wel vier jaar duurde, ben ik misschien vier keer in de moskee geweest.
Ik ben vooral veel gaan lezen: in de kinderbijbel, in andere boeken en op internet. En ik heb met heel veel mensen gepraat.’
‘De verhalen over de profeten. Die zijn vaak heel vergelijkbaar met het christendom. Ik weet nog goed dat ik in de bijbel las over Abraham en zijn twee zonen. Daar staat: ‘vanuit het volk van Ismaël zal een nieuwe profeet komen’. En in de Koran staat: ‘hier is jullie nieuwe profeet uit het volk van Ismael.’ Toen dacht ik: dit klopt. Mohammed is dus de profeet die in de bijbel is aangezegd.’
‘Ik voelde me door de islam begrepen en geaccepteerd. Ik heb een moeilijke jeugd gehad en dat werkt nog steeds door. En de islam maakt heel duidelijk: God geeft je niets dat je niet aan kan. Dat gaf mij het gevoel: hij heeft dus veel vertrouwen in mij. Ik heb het zwaar, maar ik kan het aan.
De Koran zegt ook: God geeft geen pijn en geen verdriet, zonder dat daar je slechte dingen voor worden weggewassen. In mijn puberteit heb ik een tijdje van God los geleefd. Ik vind het een mooi idee dat een deel daarvan is weggewassen, omdat ik het zo zwaar had.
En wat ik ook heel mooi vind, is de uitspraak van de profeet dat het paradijs aan de voeten van je moeder ligt. Door je moeder gelukkig te maken, ben je een goed mens. Bijna elk vers van de Koran begint met: ‘Bismillah Al Rahman Al Rahim’: ‘In de naam van God, de Barmhartige, de Genadevolle’. In het Arabisch heb je stamwoorden, die van betekenis veranderen door de klinkers die je er aan toevoegt. Het stamwoord RHM betekent: genadevol, barmhartig. Van datzelfde stamwoord komt Rahem: baarmoeder. De liefde van de moeder voor haar dochter is barmhartig en genadevol. En God is nog barmhartiger en genadevoller dan je moeder.
God is natuurlijk de belangrijkste, maar door een goed mens te zijn, dien je God. Het enige dat je hoeft te doen is een goed mens te zijn en alleen dat al is aanbidding van God.
Is God voor jou genadevol en barmhartig?
Ja, de profeet zegt: God vergeeft je zo vaak, dat je het zelf zat wordt.
Ja. Ik heb wel een tijdlang een relatie gehad met een islamitische jongen, maar hoe meer ik me in de islam ging verdiepen, hoe meer we uit elkaar dreven. Hij geloofde wel, maar was niet praktiserend en ik ging steeds meer bedekkende kleding dragen en wilde geen alcohol meer drinken. Daardoor groeiden we uit elkaar.
Ik was ook alleen op zoek, omdat ik in de islam op dat moment geen vriendinnen kon vinden die hetzelfde dachten als ik. Ik kwam wel bekeerde meisjes tegen, maar die hielden zich heel strikt aan regeltjes als: met welke voet moet je de wc instappen en zo. Dat interesseerde mij niets. En dat interesseert me nog niets. Ik begrijp wel dat regels er zijn om je aan vast te houden, maar ik was meer op zoek naar universele waarden en daarin kon ik geen steun vinden. Dus ik was vooral alleen op zoek.
Eenmaal per jaar is er een nationale bekeerlingendag, waar bijna alle bekeerlingen uit Nederland bij elkaar komen. Ik ging daar heen met een bekeerde vriendin. En toen zei zij: je weet het toch zeker? Waarom bekeer je je dan niet nu? Ik was al vier jaar met de islam bezig. Dus ik dacht: ja, waarom eigenlijk niet? Dus toen heb ik me bekeerd.
Je zegt de geloofsbelijdenis: ik geloof dat God de enige is die het waard is om aanbeden te worden en ik geloof dat Mohammed zijn boodschapper en profeet is. Vanaf dat moment ben je moslim, worden al je eerdere zonden weggewassen en gelden de islamitische regels voor jou. Dat vond ik eng, want ik dacht: vanaf nu kan ik fouten maken.
Zijn er dus wel regels die belangrijk zijn voor jou?
Ja. Ik geloof bijvoorbeeld echt dat alcohol meer kapot maakt dan je lief is en dat alcohol je dingen kan laten doen die je met een gewoon geweten niet zou doen. Mijn vader, die is overleden, was alcoholist en ik ben zelf ook wel verslavingsgevoelig: ik vind het moeilijk om af en toe te drinken, of weinig te drinken. Dus ik ben blij dat er een God is, die zegt: doe dat niet.
Ik heb een tijdlang lange jurken gedragen, maar op een gegeven moment voelde ik me niet meer prettig bij hoe ik er uit zag. Ik was gewend me te uiten via m’n kleding en dat kon ik niet meer. Nu geldt voor mij: je moet niet te bloot gekleed zijn. Bescheiden. Dus ik draag vaak langere truien. Maar ik wil wel mezelf blijven, dus ik mag er wel leuk uitzien. Ik geloof ook niet dat God mij beoordeelt op mijn uiterlijk.
Is ook dat weer een individuele zoektocht?
Ja, dat is echt een individuele zoektocht. Toen ik net bekeerd was, kreeg ik van moslims veel opmerkingen: je mag geen spijkerbroek dragen, je moet iets wijds aandoen. En waarom draag je geen hoofddoek? Inmiddels heb ik wel een vriendengroep gevonden die vinden dat een hoofddoek maar een onderdeel is van het alomvattende van de islam.
Ja. In het begin was ik heel bang dat ik iets zou doen dat niet goed was en daar op aangesproken zou worden. Inmiddels ken ik alle verschillende regels wel en sta ik achter wat ik wel en niet doe.
Dat heb ik heel erg geprobeerd en ik denk dat ik het ook goed heb gedaan in vergelijking met sommige andere bekeerlingen, die een slechte verhouding hebben gekregen met hun familie. Het scheelt wel dat het bij mij een lang proces was. Veel mensen bekeren zich binnen een half jaar.
Maar ik denk ook dat het heel moeilijk is om, als je zelf nog zoekende bent, aan een ander uit te leggen waarom je ergens voor kiest. Dus toen ik mijn lange rokken ging dragen, heb ik mijn moeder wel gekwetst. Zij begreep dat niet. Achteraf begrijp ik dat zelf ook niet meer zo goed.
Inmiddels weet ik veel meer en kan ik veel beter uitleggen waarom ik bepaalde keuzes maak. Iets kan moeten volgens de islam, maar het is mijn keuze of ik het wel of niet doe. In het begin dacht ik: o, dit moet van de islam en dan is het lastig dat uit te leggen aan een ander.
Ja, dat leek heel onverwacht, maar voor mijzelf was dat heel logisch: ik was er al zo lang mee bezig. Ik dacht dat m’n moeder het zag aankomen, maar dat bleek niet zo te zijn.
Ik weet niet meer precies hoe ze reageerde. Ik was vooral heel erg met mezelf bezig. Dat ik bekeerd was, was op zich geen probleem. Ik mag doen wat ik wil. Maar mijn moeder zei wel: wat doe je jezelf aan in deze tijd? Moslims zijn zo negatief in het nieuws. Er zijn zoveel vooroordelen. En moslims zijn vrouwonvriendelijk, dus je moet jezelf gaan bedekken. Waarom zou je dat doen?
Toen ik de eerste keer met een hoofddoek op binnenkwam, omdat ik ging bidden, barstte ze in tranen uit: o, wat verschrikkelijk. Waarom doe je dit?
Omdat ik nog zo onzeker was had ik daar nog geen antwoord op. Behalve dat ik wist dat de islam niet vrouwonvriendelijk is, maar zeker in de tijd van de profeet vrouwen empowerde.
Ik begreep haar niet zo goed, omdat ik al heel lang aan het zoeken was en me al eerder had willen bekeren, maar nog niet durfde. Dus ik was heel blij en trots dat ik die stap had genomen. En toen reageerde m’n moeder zo. Maar ik dacht ook: het heeft tijd nodig. En dat is ook zo.
Mijn moeder zegt altijd: God is liefde. Die legt geen regeltjes op. Terwijl ik denk: God is liefde, dus hij legt ons regeltjes op om ons te beschermen. Onze kernwaarden zijn dus hetzelfde, maar de uitwerking ervan is anders.
Ik heb aan m’n moeder gevraagd of ze mijn islamitische naam wilde kiezen. Die neem je aan als je bekeerd bent en het was voor mij belangrijk dat mijn moeder die voor me uitkoos. Nu heet ik Claudia Zahra. En beide namen heb ik van mijn moeder gekregen.
Met m’n zus praat ik er niet zoveel over. Ik merk wel eens dat ze me niet begrijpt. Maar we houden van elkaar en in onze relatie speelt het niet zo’n rol.
Ik heb een groepje vrienden van de basisschool. Het is wel even lastig geweest dat ik een tijdje niet uitging en niet drink. Maar nu we allemaal wat ouder zijn, groeien we weer naar elkaar toe. Zij zien ook wel dat ik nog gewoon de oude Claudia ben, maar wel bepaalde keuzes heb gemaakt. Het scheelt natuurlijk wel dat ik geen hoofddoek draag: ze zien niets aan me. Als ik een hoofddoek ga dragen, zou dat in die groep wel voor opschudding kunnen zorgen, denk ik.
En ik heb meer islamitische vriendinnen gekregen. Ik merk dat ik minder oppervlakkige contacten heb. Maar misschien heeft dat ook te maken met ouder worden.
Ik vind de reactie van m’n moeder wel redelijk perfect. Ik heb op de bekeerlingdagen wel gehoord dat ouders zeggen: nu ben je m’n kind niet meer. Of: je mag hier in huis niet bidden.
Het scheelt wel: mijn zoektocht heeft vier jaar geduurd en ik heb mijn moeder daar wel af en toe in meegenomen. Er zijn ook bekeerlingen van wie de ouders niet eens weten dat ze met de islam bezig zijn en die dan thuis komen met een hoofddoek. Dat is natuurlijk ook wel erg moeilijk voor ouders.
Mijn moeder is nooit boos geworden. Dat heeft ook geen zin. In mijn ogen was ze vooral bezorgd: wat doe je jezelf aan? Heb je als moslim niet minder kansen? Misschien heeft ze daar ook wel gelijk in. Mensen gaan anders naar je kijken als je een hoofddoek draagt.
Ik denk dat het heel erg aan jezelf ligt. Ik ben heel open, maar ik draag nog geen hoofddoek, dus mensen die tegen de islam zijn, weten het niet en hebben geen reden om anders naar me te kijken. Ik merk wel dat mensen die het wel weten vaak vooroordelen hebben. Toen ik nog lange rokken droeg, zei een vriendin met een heel kort rokje: jij zal me nu wel slecht vinden. Zo denk ik helemaal niet. Dat moet ze helemaal zelf weten.
Wat ik wel lastig vind: een moslim ziet je niet zo erg als moslim, want je bent Nederlander. En een Nederlander ziet je niet zo erg als Nederlander, want je bent moslim. Dus je valt altijd een beetje er tussen. Dat is eigenlijk het enige dat ik merk.
Loop je nooit met een hoofddoek over straat?
Soms wel, maar dan merk ik ook niet zoveel. Ik denk dat je eigen instelling heel bepalend is.
Er zijn eigenlijk twee redenen waarom ik een hoofddoek zou willen dragen: je bent herkenbaar als moslim. Dat is meteen ook de reden waarom ik het heel eng vind om hem te dragen. De andere reden is dat je jezelf bedekt uit respect voor God. In sommige kerken dragen vrouwen, als ze naar de kerk gaan, een hoed. Dat is vergelijkbaar. Vrouwen waren altijd al gewoon om een doek over hun hoofd te dragen. Dat zie je bijvoorbeeld op schilderijen van Maria. De enige verandering die Mohammed heeft aangebracht, is dat hij zegt: draag de doek ook voor je borsten.
Ik zou heel graag een hoofddoek willen dragen. Dat wil ik eigenlijk al jaren, maar dat doe ik pas als ik er honderd procent achter sta en de opmerkingen kan verdragen: ‘Doe hem af, joh! Slaat toch nergens op.’ Ik ben niet zo goed in het negeren van opmerkingen. Ik vind het niet zozeer erg, maar eerder zielig dat iemand zo bekrompen is, dat dat je geen hoofddoek zou mogen dragen.
Ik ben wel bang dat mensen door een hoofddoek gaan denken dat ik fundamentalistisch ben, terwijl ik andersgelovigen juist helemaal niet afkeur. Ik denk dat iedere religie wel iets heeft dat klopt.
Mijn islamitische vriendinnen accepteren dat ik geen hoofddoek draag. Toen ik net bekeerd was, vonden strenge vriendinnen dat ik dat wel moest doen. Maar ik wil iets doen omdat het goed is en niet omdat het slecht is als ik het niet doe.
Ik vind het wel eens lastig dat ik in mijn vriendengroep of familie geen steun heb van iemand, die zegt: wat goed van jou dat je een hoofddoek gaat dragen. Die steun zou ik wel kunnen gebruiken, want ik vind het best lastig.’
Interview: Marijke Verduijn
Lees ook het interview met Claudia’s moeder Patricia: ‘Soms vraag ik: leg het me nog eens uit.’