Een superbewuste keuze en een lang traject

Een superbewuste keuze en een lang traject

Omdat hun dochter geen vrouwelijk voorbeeld in het gezin heeft, zorgen ze bewust voor vrouwelijke rolmodellen. ‘Als ze oma met make-up in de weer ziet, vindt ze dat interessant’, zegt Arnoud. ‘En als ik iets niet weet, bel ik vriendinnen. Een collega kwam eens aanzetten met een boekje over het vrouwelijk lichaam. Dat ligt nog op de kast. Daar zit misschien ook wel wat onzekerheid, maar we hebben zoveel lieve vrienden die ons daarmee kunnen helpen.’

‘Ik denk dat het nog wel gaat spelen’, zegt Bas, ‘maar op dit moment zijn de verschillen meer op karakter dan op gender. Ik was zelf helemaal geen rauwdouwer, dus het is voor mij wat onwennig dat onze zoon een druk jongetje is dat veel buiten wil spelen. Maar ik begrijp dan weer beter dan Arnoud dat hij veel wil gamen.’

Bij het aangaan van het adoptietraject en later ook van het draagmoederschap moesten ze zichzelf presenteren: dit zijn wij en dit is ons beeld van de opvoeding.
Bas: ‘We willen de kinderen graag laten worden wie ze zijn en hen daar de ruimte voor geven. Daar staan we nog steeds helemaal achter, maar in de praktijk blijkt dat nog niet zo eenvoudig. Ze kunnen ze niet én op paardrijden, én op tennis én op pianoles. Onze zoon wil op voetbal. Daar zie ik wel tegenop: moet ik dan elke week langs de lijn staan?

En de vraag is ook: hoe lang geef je een kind de tijd om te ontdekken of het iets echt wil? Ik kan er ook al met angst en beven aan denken dat ze straks een eigen telefoon krijgen. Of een Nintendo Switch. Dat is zó verslavend. Dat zie ik al aan mezelf.’

Arnoud: ‘Ik vind het dan weer interessant om dat te bespreken. Dan zeg ik tegen hem: “Ik ben bang dat je dan niet meer met andere dingen wil spelen.” Deels begrijpt hij dat. Deels denkt hij: pappa, wat zit je te zeuren? Hij wil echt heel graag een Nintendo. We hebben het er wel over gehad. Hij wil het zó graag. Is het toch niet een idee? Maar nee, nog niet.’

Voor Arnoud is het belangrijk dat ze begrijpen hoe de natuur werkt. Daarom is er ook een moestuin. ‘Ze hebben allebei een bak en ze mogen zelf bedenken wat ze daarin zaaien. Onze zoon wilde spruitjes, die vindt hij lekker. Ik wist zelf heel lang niet dat die dingen aan een stronk groeien, maar zij weten het al. Als ik er heen wil, is het: “Hè, nee. We hebben geen zin.” Maar als we er dan eenmaal zijn, vinden ze het altijd leuk.’

Uit Amerika hebben ze meegenomen dat ze met familie Thanksgiving vieren. Bas: ‘Je hebt het goed, vier dat en geef het door. Dan maken we een rondje: waar ben je het afgelopen jaar dankbaar voor geweest? Vorig jaar hebben de kinderen daar voor het eerst zelf ook iets over gezegd.’
Arnoud is remonstrants opgevoed en kwam als student in aanraking met zomerkampen op een vrijzinnige basis. ‘Ik vind het belangrijk dat de kinderen iets meekrijgen van die eeuwenoude Bijbelverhalen. En wat betekent het dat we Kerst, Pasen en Pinksteren vieren?’ Een paar keer per jaar nemen de kinderen en hij deel aan een “Vertelkring”, waarbij een landelijk voorganger een Bijbelverhaal vertelt en een paar ouders het verhaal in huiselijke kring doorvertellen. ‘We hebben het nu over de Aartsvaders. We steken een kaarsje aan en daarna knutselen we iets. Op die manier zijn we deel van een groter geheel.’

Bas: ‘Ik sta er, als atheïst, een beetje buiten. Mijn dochter vroeg me een keer: “Die-en-die zijn moslim. Wat zijn wij?” Dan zeg ik: “Vraag dat maar aan je pappa.” Maar ik vind het goed dat ze dit meekrijgen. Als het meer dogmatisch zou zijn, zou ik er wel moeite mee hebben, maar ik vind het fijn dat het vooral gaat om de verhalen en de levenslessen die je eruit kan trekken. Dat past ook in onze visie dat we ze de kans willen geven zelf te ontdekken waar ze voor staan en waar het om gaat.’

Bas: ‘Ik denk dat ik de kinderen geslaagd zou noemen als ze liefdevol en warm zijn en blijven naar anderen toe. We zijn hier met elkaar. Wat fijn is dat.’
Arnoud: ‘Ik wil graag mensen verbinden: met elkaar, met wie we zijn, met verhalen, met zingeving.’
Bas: En ik ben blij dat Arnoud dat heeft. Want je knippert met je ogen en je bent alweer een week verder. En Arnoud is iets meer van: even stilstaan. Dat vind ik fijn. Dan zorg ik wel voor de was.’
Arnoud: ‘En dan zoek ik hem wel uit – heel soms dan.’

Interview: Marijke Verduijn