//= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-regular-400.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-solid-900.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-light-300.woff2' ?>
Nederlandse jongeren zijn de gelukkigste ter wereld, maar veel van hen geven het leven toch een onvoldoende. Is het gevoel van tevredenheid en geluk dan zo broos, vraagt pedagoog, filosoof en jurist Ron Ritzen zich af. Want tegenslagen horen toch bij het leven? Moeten we onze kinderen dan niet helpen weerbaarder te zijn? ‘Weerbaarheid is iets zo fundamenteels, dat moet je altijd kunnen opdelven.‘
Weerbaarheid is kunnen omgaan met tegenslagen en die in een perspectief kunnen zetten. Je afvragen: wat gebeurt er nu en wat betekent dat voor mij? Waarom sta ik er in zoals ik er in sta? En wat kan ik leren van de positie waarin ik nu zit?
Weerbaarheid is dus: een beetje tegenwicht geven aan en reflecteren op je situatie. Hoe verhoud ik mij tot wat mij overkomt? Dat is niet eenvoudig. Maar het lijkt me een taak voor ouders om het daar met hun kinderen over te hebben.
Het is belangrijk dat je in de opvoeding regelmatig met je kinderen praat over wat ze ervaren en waar ze daarin hun mogelijkheden en hun onmogelijkheden zien. Welke eisen voelen ze en hoe gaan ze daarmee om?
Dat is zeker lastig, dat merk ik zelf ook. Als ik met mijn zoons om de tafel ga zitten voor een goed gesprek, zitten ze uit hun ooghoeken al naar iets anders te kijken. Maar je kunt wel je momenten pakken. Een paar weken terug had mijn zoon de stemwijzer ingevuld en daar zei hij iets over. Toen ontstond een heel natuurlijk gesprek over wat hij belangrijk vindt.
Je moet daar wel voor openstaan en het gesprek ook aangaan. Dat betekent dat je het als ouder zelf ook niet te druk moet hebben.
Allereerst dus om beter om te gaan met tegenslagen. Maar weerbaarheid is ook belangrijk in het leven van alledag. Er komen in onze maatschappij zoveel impulsen, verlangens en eisen op je af, dat het goed zou zijn dat ouders hun kinderen leren daarop te reflecteren. Waar sta ik nu en hoe ga ik daarmee om? Zo kun je je kinderen helpen grenzen te stellen. Dat is overigens iets anders dan het bijltje erbij neer te gooien.
Weerbaarheid kan helpen om niet apathisch of gefrustreerd te reageren, maar er ook niet meteen met een gestrekt been in te gaan, of zondermeer je instinct of je driften te volgen. Niet meteen reageren, maar proberen een stapje terug te doen.
Daarin speelt ook mee hoe je in de samenleving staat. Reflectie op je situatie kan helpen niet alleen je eigenbelang na te streven, maar ook naar anderen te kijken: ik heb hier last van, maar hoe zit het met anderen, bijvoorbeeld met de kwetsbaren in onze samenleving?
Zeker! Oudere kinderen vinden vooral belangrijk wat hun peergroup vindt. Daarom moet het onderwijs meer ruimte maken voor kringgesprekken. Dat doet het ook wel, maar dat staat wel wat onder druk.
Er is gelukkig wel een bodem voor een vruchtbaar gesprek: uit onderzoek blijkt dat studenten in het hoger onderwijs niet in de eerste plaats gaan voor een goede baan en een hoog salaris, maar dat een relatief groot aantal relaties met anderen, zelfontwikkeling en altruïsme belangrijker vinden.’
Natuurlijk. Je kunt je als ouder enorm machteloos voelen als je kind iets naars overkomt en je daar geen grip op hebt. Bijvoorbeeld als ze gepest worden op school. Als je kind verdriet heeft, wil je het troosten en met die reflex is ook helemaal niks mis. Dat hoort bij je natuurlijke gevoel als ouder: als het om je kinderen gaat, ben je enorm kwetsbaar. Ik denk dat die reflex ook niet negatief is, maar je kunt er wel in doorslaan en alle problemen en moeilijkheden voor je kinderen uit de weg ruimen, of hun opgaven van hen overnemen. Dan help je ze juist niet om weerbaar te worden.’
Interview: Marijke Verduijn