//= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-regular-400.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-solid-900.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-light-300.woff2' ?>
Quillian (18) is de kersverse Landelijke ambassadeur MBO. Volgens Quillian staat dat voor: Mega Belangrijk Onderwijs, met doeners én denkers. De motor van ons land. Zijn missie: meer onderwijsgelijkheid.
‘We zeggen wel dat er onderwijsgelijkheid is, maar dat is niet zo.’ Quillian merkte het zelf toen hij van de Havo overstapte naar de Mavo. ‘Ik bleef op dezelfde school, maar moest naar een ander gebouw, een eindje verderop. Havo en VWO zaten bij elkaar; de Mavo in een apart gebouw. En dat was niet alleen zo op mijn school. Oké, er was niet genoeg plek in het hoofdgebouw, maar waarom zat de Mavo apart? Waarom zitten alle soorten opleidingen niet door elkaar?’
Hij merkt het nog steeds. Hij werd in Zwolle en Enschedé geweigerd in een club, omdat hij geen HBO-pasje van Windesheim had, maar een MBO-pasje.
De ongelijkheid begint al op de basisschool. ‘Als ik nu terugkijk op mijn basisschooltijd, zie ik dat er al onbewust werd neergekeken op leerlingen die praktisch ingesteld zijn. Ons onderwijssysteem is heel theoretisch, maar dat werkt lang niet voor iedereen. Ouders moeten zich dat het hardste realiseren. Ik vind het heel erg als ouders teleurgesteld zijn als hun kind naar het VMBO gaat. Het gaat er toch om dat je kind tot zijn recht komt? Als dat op het VMBO of MBO is, is dat toch alleen maar goed?’
Na zijn eindexamen Mavo in coronatijd had Quillian geen idee wat hij moest doen. Hij solliciteerde bij een juridische opleiding, maar merkte al snel dat dat niks voor hem was. Toen hij Mediavormgeving bij de Cibap vakschool voor vormgeving in Zwolle ontdekte, ging er een wereld voor hem open. ‘Dit is absoluut mijn passie. Ik vind het geweldig om creatief bezig te zijn en vind het gedrag van mensen ook superinteressant. Mijn opleiding is een perfecte mix daarvan.’
Dat geldt voor veel meer MBO-opleidingen. Daarom benadrukt Quillian ook dat het MBO voor denkers én doeners is. Hij spreekt dan ook niet meer van “onderwijsniveau”, maar “onderwijstype”. ‘Wat betekent “niveau”? Van mij mag je het nog steeds MAVO, Havo en VWO noemen – dat moeten we wel ooit aanpassen, maar voor nu is dat niet zo erg -, maar je moet er geen “niveau” op plakken. “We zijn niet hoger of lager opgeleid, maar praktisch of theoretisch.’
Quillian wil alle MBO’ers en oud-MBO’ers uitdagen meer van zichzelf en van hun vak te laten zien. ‘MBO’ers zijn vaak heel bescheiden, maar we mogen trots zijn op onze opleiding en op ons werk. Dat wil ik graag uitdragen. Of je nu loodgieter, buschauffeur, automonteur of mediavormgever bent: laat zien dat je trots bent op je vak en op de plek waar je dat geleerd hebt: het MBO. Het MBO is geweldig. Je kunt er alle kanten op en krijgt alle ruimte en kansen om je te ontwikkelen.’
Bij het uitdragen van zijn missie krijgt Quillian hulp van de MBO-raad en van zijn school. Deze week zat hij opnieuw bij de MBO-raad en binnenkort gaat hij een dag meelopen met de minister van onderwijs. Maar het liefst zou hij speechen in de Tweede Kamer. ‘Er is een enorm tekort aan MBO-leerlingen. Ik wil de Kamer duidelijk maken dat het probleem dat we in Nederland hebben door het tekort aan MBO’ers, berust op het stigma op het MBO. Als het stigma ervan af is, kunnen we die tekorten oplossen.’
Interview: Marijke Verduijn