‘Vier jongeren over een jaar corona’

‘Vier jongeren over een jaar corona’

Tess: ‘Vooral bewustwording. Ik ben bewuster dankbaar dat iedereen om mij heen nog gezond is.’

Luna: ‘Ik heb nu vaker het gevoel dat ik echt blij mag zijn met wat we voor corona hadden. Bijvoorbeeld dat we toen mochten knuffelen en dat je gewoon iedereen kon zien zonder problemen.’

Britta: ‘Ik was vaak al om negen uur of half tien klaar met school, dus ik had veel meer vrije tijd. Gelukkig heb ik een buurvrouw die paarden en koeien heeft en daar ben ik wel drie keer per week naar toe geweest.’

Jeppe: ‘Ik vond het thuiswerken wel fijn. Je hoeft niet te wachten op uitleg en je hoeft niet samen te werken, dus ik was lekker snel klaar met mijn huiswerk en dan had ik nog een hele vrije dag. ’s Middags ging ik dan lekker samen met een vriendje hutten bouwen in de speeltuin.’ 

Tess: ‘Ik denk een stukje van mijn spontaniteit. Ik merkte dat ik minder gauw de telefoon pakte om te vragen of mijn vriendinnen iets met mij wilde doen. Er was weinig om te doen en wat je wel kon doen, moest vaak echt geregeld worden.’

Luna: ‘Toen corona begon zat ik in groep 8, waardoor ik geen kamp en musical had en ook geen wendagen in de eerste. Ook vind ik het jammer dat we geen uitjes meer kunnen doen momenteel.’

Britta: ‘Ik had veel minder sociaal contact. Mijn klasgenoten zag ik vroeger hele dagen, maar nu zag ik ze een tijdlang alleen op Google Meet en dat was het. Deels vond ik dat naar, maar er waren in de klas ook altijd wel problemen en dat gedoe miste ik niet.

We gingen ook niet op kamp naar een Waddeneiland, maar een paar dagen op dagkamp in Amsterdam en we hebben ook twee nachten gekampeerd. Dat was heel leuk. En we hadden geen gewone musical, maar zelf een film gemaakt over onszelf, onze klas en onze toekomst. Eerst leek me dat niks, maar achteraf ben ik daar toch wel blij mee, omdat ik die film nog eens kan bekijken.’

Jeppe: ‘Gym en buiten spelen. Dat vind ik de leukste twee vakken en die hadden we niet. Voor de rest niet heel veel.’ 

Tess: ‘Vooral de relatie met mijn grootouders is veranderd. Ik zag hen zeker in het begin een stuk minder. Ik heb gemerkt dat ik hen minder voor lief ben gaan nemen: ik keek er echt weer naar uit om hen te zien.’

Luna: ‘Ik denk vooral die met mijn vrienden, omdat ik ze veel minder zie. We bellen wel af en toe, maar toch is het anders. Wat ik fijn vind, is dat ik mijn moeder veel meer zie. Ze is nu vaker thuis en daardoor is er meer aandacht. We lunchen nu altijd gezellig samen en dan kijken we altijd Friends op Netflix.’

Britta: ‘Ik zag mijn opa en oma een stuk minder, maar gelukkig hadden we wel veel contact via de telefoon of de computer. Ze hebben ook een keer een cadeautje aan de deur gebracht. Op een gegeven moment zagen we elkaar wel weer, maar op afstand. Mijn oma heeft me op anderhalve meter leren haken. Maar nu zijn ze allebei twee keer gevaccineerd, dus we mogen nu ook weer knuffelen. 

Ik ben er wel achter gekomen dat het best moeilijk is om vriendschap goed te houden als je elkaar niet elke dag ziet. Tijdens de lockdown mocht ik wel naar school, maar een vriendin uit mijn nieuwe klas niet. Gelukkig konden we soms wel samen online lessen volgen. We hebben ook wel contact via de app, maar zij kijkt niet zo vaak op haar telefoon.’

Jeppe: ‘We zaten veel meer met elkaar in één ruimte. Daardoor kregen we wel sneller ruzie, maar dat was volgens mij bij méér gezinnen zo. Dan ging er één in een meeting en zei de ander: ‘Maar jij kan niet een meeting als ik ook in een meeting zit.’ Dus dan ging ik maar op mijn kamer zitten, maar daar werd ik heel snel afgeleid.’ 

Tess: ‘Mijn leven vóór corona lijkt veel op mijn leven tijdens corona. Er zijn maar weinig dingen die ik niet meer kon doen door de maatregelen. Ik heb dus niet het idee dat iemand mij er echt doorheen heeft gesleept. Wel ben ik zeker in deze tijd erg blij dat ik een fijn gezin heb en me hier veilig voel.’

Britta: ‘Ik denk dat ik het wel in mijn eentje had gered, maar ik denk dat het wel heeft geholpen dat ik zo vaak mee mocht naar de paarden en koeien van mijn buurvrouw.’

Tess: ‘Ik hoefde weinig dingen van mijn leven voor corona in te leveren. Hierdoor had ik niet het idee dat corona de overhand nam. Ik doe nog steeds veel dingen die ik voor de corona ook deed.’

Jeppe: ‘Toen we nog niet naar school mochten, was het er wel de hele tijd. Toen we wel weer naar school mochten en de tafels nog niet uit elkaar hoefden, je de tafels nog niet schoon hoefde te maken met hygiënespul en je nog geen afstand hoefde te houden tot de juf, was het er minder. Wat ik wel jammer vind, is dat ik niet even op bezoek kan bij mijn oude meester. Dat deed ik vroeger best vaak, maar de school werd in blokken verdeeld en we mochten niet overal komen.’ 

Tess: ‘Ik begrijp erg goed dat de maatregelen er zijn, en ik denk dat ze zeker een positief effect hebben op de coronacrisis. Ik vraag me alleen af of de voordelen van de maatregelen opwegen tegen de nadelen ervan. Ik ervaar nauwelijks moeilijkheden tijdens deze crisis, maar er zijn een hoop jongeren en ouderen die dit anders ervaren.’

Luna: ‘Waarom hebben we niet meteen alles op slot gedaan, want dan waren we misschien wel al klaar met het hele gebeuren.’

Britta: ‘Ik ben door corona wel gaan nadenken over wat eigenlijk goed en fout is, wat rechtvaardig is en wat onterecht. Alles werd zomaar omgegooid en de minister-president en de minister van Volksgezondheid hadden opeens zoveel macht dat zij konden besluiten wat wij allemaal wel en niet mogen. Scholen open of dicht, kappers dicht of open, evenementen die wel of niet doorgaan. 

Natuurlijk bedenken ze dat niet alleen en staat daar wel een heel team achter, maar uiteindelijk nemen zij wel de beslissingen. Ik vraag me wel eens af hoe het zou zijn gegaan als andere mensen die beslissingen zouden hebben genomen. Zouden we dan nu beter of slechter af zijn? En zou iedereen dezelfde keuzes hebben gemaakt als zij?’

Jeppe: ‘Ik vroeg me wel af: waarom is corona er opeens? En waarom komt er een Britse versie? Maar soms denk ik dat het ook wel goed is. Want we leven wel op een overvolle planeet en er rijden nu wel veel minder auto’s.’ 

Tess: ‘Voor mij is er weinig veranderd dit jaar. Ik kon nog (online) naar school, ik zag mijn familie en vrienden regelmatig en ik kon nog naar mijn werk. Hierdoor heb ik niet het idee dat ik ben veranderd als persoon. Hooguit dat ik wat beter met tegenslagen om kan gaan omdat het niet altijd zo liep als je hoopte.’

Britta: ‘Dat valt wel mee. Ik had toen niet zo’n mening over mijn leven, want ik vond dat toen normaal. Ik hoop wel dat we weer naar het ‘oude normaal’ terug gaan, maar ik vraag me af of ik daar dan blij mee zou zijn of minder blij. Toen er een keer een les uitviel, vonden de meeste klasgenoten dat fijn, maar ik vond dat heel jammer, omdat we al zo weinig les hebben en ik wel aan mijn werkstuk wilde werken. Dus ik vraag me af of ik na corona blij zal zijn dat ik al mijn lessen weer mag volgen, of dat ik zal denken: wat fijn dat we toen minder les hadden dan nu.’ 

Jeppe: ‘Ik weet eigenlijk niet meer zo goed hoe dat was. Ik weet eigenlijk niet meer hoe normaal school was, hoe normaal clubjes waren. Of hoe je zou leven als er geen corona was. 
Op een gegeven moment ging het echt niet meer thuis en mocht ik naar de noodopvang. Dan kregen we een andere juf en hadden we ook gewoon online les. Dat was de beste tijd van mijn leven, want veel van mijn vrienden waren er ook en we mochten verstoppertje spelen door de hele school.’ 

Luna: ‘Ik denk niet echt, maar als alles weer mag, denk ik dat ik dankbaar ben.’

Jeppe: ‘Dat weet ik eigenlijk niet. Ik vind het een stomme ziekte die iedereen opfokt en waardoor iedereen thuis moet blijven. Op een gegeven moment hoorde ik op het nieuws dat het nog zes jaar zou duren voor er een vaccin zou komen. Dat vond ik wel heel erg, want dan was er een kleine kans geweest dat er versoepelingen zouden komen.’ 

Britta: ‘Ik heb een veel betere vriendschap gekregen met een meisje met wie ik op Poekoelan zit – dat is een soort Kung Fu. Ik was al vriendinnen met haar, maar we zagen elkaar niet extreem vaak. Tijdens corona hebben we heel vaak afgesproken en heb ik haar ontdekt als een heel goede vriendin. ‘

Interviews: Marijke Verduijn