‘Het was meteen fijn en vertrouwd’

‘Het was meteen fijn en vertrouwd’

Mohammed (18) is nog geen drie jaar in Nederland, maar heeft zijn draai in Nijmegen behoorlijk gevonden. Dat is vooral te danken aan hemzelf, maar ook aan Berber (22), die hij een kleine twee jaar geleden ontmoette via het Nijmeegse Buddy to Buddyproject. Ze passen zo goed bij elkaar dat ze na het officiële traject vrienden zijn gebleven. ‘Voor nieuwkomers is het moeilijk om te weten wat normaal is en wat niet. Het is ook niet makkelijk om een gesprek te beginnen. Je kent de mensen niet, het is een andere taal.’

‘Dames gaan voor,’ reageert Mohammed gevat op de vraag zich voor te stellen. En dus start Berber. Ze zit op de Pabo, is graag met familie en vrienden, maar vindt het ook heel leuk om nieuwe mensen te leren kennen. En ze is graag actief bezig. ‘Ik heb een tijdje gevoetbald, zit op dansen en sinds kort op boulderen: klimmen zonder touw in een klimhal.’

Mohammed doet een MBO-opleiding administratie en is ook best sportief. ‘Ik doe calisthenics, een soort fitness in de buitenlucht en ik boks een beetje. Ik ga graag uit. Ik hou van feestjes. En ik ben heel sociaal: ik vind het leuk om mensen te ontmoeten. Dus toen een vriend van me vertelde me dat hij bij Buddy to Buddy nieuwe mensen had leren kennen, wilde ik dat ook.

Ik was nieuw in de stad. Ik was net 15 toen ik alleen naar Nederland kwam. Ik woonde 6 maanden in Overloon, toen ongeveer 6 maanden in Den Helder en toen kwam ik hier in Nijmegen. Ik kende nog niet zoveel mensen.’ Na twee jaar kwamen Mohammeds ouders en oudere broer en zus ook naar Nederland.  

Berber kende Buddy to Buddy via haar zussen, die er actief zijn. ‘Ik wilde, net als Mohammed, nieuwe mensen leren kennen. En ik wilde ook iets kleins doen. Ik vond het een mooie gedachte dat ik er iemand mee zou kunnen helpen. Je kan niet de wereld veranderen, maar wel iets kleins doen.’

Berber vulde online een profiel in: wat voor iemand ben je, waar houd je van en aan wat voor iemand zou je gekoppeld willen worden? Mohammed kreeg een gesprek.
Berber: ‘Bij nieuwkomers is er soms een taalbarrière.’
Mohammed: ‘Ik had doorgegeven dat ik graag iemand van mijn leeftijd wilde, met een beetje dezelfde interesses.’ 
Berber: ‘Ik zocht iemand die ook een beetje actief was. We zijn voor Mootjes verjaardag gaan karten. Dat zou ik met een meisje niet zo snel doen. En Mo en ik zijn allebei niet zo goed in Engels, dus ik zocht ook iemand die al een beetje Nederlands kende.’

Nadat Buddy to Buddy de lastige puzzel had gelegd wie bij wie paste, ontmoetten ze elkaar voor het eerst op het matchingsdiner. Daar moesten ze tussen de twintig andere nieuwe koppels op zoek gaan naar iemand met een naamplaatje met hetzelfde icoontje.
Berber: ‘Wij hadden allebei een luchtpoppetje, toch?’
Alle deelnemers hadden iets te eten meegenomen.
Berber: ‘Ik maak eigenlijk altijd worstenbroodjes en jij had baklava meegebracht.’
Mohammed: ‘Niet zelfgemaakt.’

Mohammed: ‘Ik vond het spannend. Mijn Nederlands was nog niet zo goed, dus ik vond het moeilijk om mijn ideeën uit te leggen.’
Berber: ‘Een paar van je vrienden deden ook mee, dus dat maakte het wel iets makkelijker. Maar het kan inderdaad wel spannend of een beetje ongemakkelijk zijn, want je kent elkaar natuurlijk nog helemaal niet. Daarom is dat eten ook zo goed. Het is de bedoeling dat iedereen iets te eten meebrengt uit zijn of haar land, dus als er even geen gespreksonderwerp is, kun je het ook daarover hebben: “Wat heb je meegebracht? Uit welke cultuur is dat?” Maar eigenlijk ging ons gesprek meteen heel vloeiend. We hadden het over sport. En we hebben meteen ook veel gelachen.’
Mohammed: ‘We gaan eigenlijk allebei wel makkelijk een gesprek aan.’
Berber: ‘Het heeft altijd goed gezeten, het was meteen fijn en vertrouwd.’

Mohammed: ‘Het Buddytraject duurt vier maanden. Het is de bedoeling dat je elkaar tijdens die vier maanden elke twee weken ziet. De eerste paar keren zijn we vooral naar een terras gegaan.’
Berber: ‘Tijdens die vier maanden is er drie keer een Buddytalk, waar je je ervaringen kan bespreken. Hoe gaat het? Waar loop je tegenaan? Wat gaat juist heel goed? Hoe loopt het met de taal? Soms spreken mensen geen Engels – en dat kan lastig zijn.
En daarnaast is er in Nijmegen elke derde woensdag van de maand een gezellige avond, waarop je in het Buddycafé spelletjes kan doen. Zo kan je een beetje in contact blijven met andere buddy’s. Daardoor vorm je wel echt een groep. Na vier maanden wordt het traject afgesloten met een slotfeest met de koppels die elkaar nog zien.’

Mohammed: ‘Nee, soms past iemand toch niet bij een ander.’
Berber: ‘Ja, en soms hebben mensen het toch te druk. Dat is jammer. Je moet er alleen aan mee doen als je er echt tijd voor kan vrijmaken. Het kost je anders veel energie, maar het is ook niet fijn voor de ander die iets wil opbouwen. Zeker als je nieuw bent in een land. Dan kan het pijnlijk zijn als de ander er toch niet voor je is.

De meeste mensen maken het traject wel helemaal af, maar soms verlies je elkaar daarna uit het oog. Dat is ook niet zo erg – dan heeft het toch z’n functie gehad.’
Mohammed: ‘Na die vier maanden hoef je elkaar dus niet meer te zien, maar Berber en ik hadden goed contact, dus wij zijn elkaar blijven zien. De laatste tijd zijn we allebei best druk, maar als we elkaar zien, is het altijd goed.’
Berber: ‘Je moet natuurlijk wel blijven investeren.’

Berber: ‘In het begin hadden we dus elke twee weken een afspraak, maar nu zien we elkaar omdat we elkaar willen zien. We gaan uit, iets drinken. We hebben wel eens gedanst. Laatst hebben we samen scooter gereden. En onlangs heb je met een paar vrienden, die ook mee hadden gedaan met het traject, voor mij en mijn vriendinnen Syrisch gekookt, met heel veel kip.’
Mohammed: ‘Je bent wel eens komen kijken bij een voetbalwedstrijd.’  
Berber: ‘We zijn een keer gaan jeu de boulen. En we hebben een keer pannenkoeken gegeten, maar dat vond Mo niet zo lekker.’
Mohammed: ‘Wel, maar ik had net toen net gegeten.’ 

Berber: ‘Mootje is echt een doorzetter. Het leven is niet altijd makkelijk, maar hij flikt het toch maar. Dat waardeer ik echt: dat hij niet bij de pakken gaat neerzitten. Hij heeft meer bijbaantjes gehad dan ik, dus als we samen door de stad lopen, groet hij links en rechts mensen. En ik heb de Dabke geleerd, een Syrische dans. Dabke betekent letterlijk: stampen. Dan dans je in een kring, met elkaars handen vast. En Baklava vind ik heel lekker.’
Mohammed: ‘En ik heb geleerd, niet per se van Berber, dat Nederlanders flexibel zijn, maar dat ze wel altijd op tijd komen.’
Berber: ‘Ja, dat is voor jou nog wel eens lastig, haha.’

‘Ik was vorige maand steward bij de Vierdaagse, maar dat was maar één week. Ik werk nu bijna zes maanden bij Albert Heyn, maar vóór Appie werkte ik in de horeca en als bezorger. Dat was op zich wel leuk werk, maar het regende wel heel veel. Ik werk een maand of twee, drie bij een bedrijf en dan ga ik weer naar een ander. Ik vind het leuk om nieuwe ervaringen op te doen en nieuwe mensen te leren kennen. En door het bezorgen heb ik de stad heel goed leren kennen.’
Berber: ‘Als we door het centrum lopen, wordt Mohammed door iedereen gegroet.’

Inmiddels heeft Mohammed als oud-buddy geassisteerd bij een aantal nieuwe rondes van Buddy to Buddy. Zo hielp hij bij de matchingsavond van zijn broer en zus, die – enthousiast geworden door zijn ervaringen – ook aan een buddy zijn gekoppeld.
Mohammed: ‘Weet je, voor nieuwkomers is het moeilijk om te weten wat normaal is en wat niet. Het is ook niet makkelijk om een gesprek te beginnen. Je kent de mensen niet, het is een andere taal. Maar dit kan je echt helpen om nieuwe mensen te zien en nieuwe ervaringen op te doen.’

Interview en foto: Marijke Verduijn

Buddy to Buddy Nijmegen koppelt nieuwkomers die hun land van herkomst moesten verlaten aan Nijmegenaren, op basis van gelijkwaardigheid en gedeelde interesses. Er zijn ook Buddy to buddytrajecten in Apeldoorn, Arnhem, Breda, Nijmegen, Utrecht, Zeist en Zutphen. Voor jongeren die nieuwsgierig zijn naar leeftijdsgenoten uit een ander land is er Buddy to Buddy Young.