Lore doneert haar haar

Lore doneert haar haar

‘Hoe voel je je nu?’ ‘Vrij’

Lore (8) wil al best lang (‘al sinds m’n zevende of zo’) haar haar doneren aan kinderen van wie het haar is uitgevallen. En vandaag is het zover. Inmiddels is haar haar zo lang dat er 35 centimeter af kan. ‘Weet je het zeker?’ ‘Ik weet het zeker!’ 

Ze heeft er zin in, maar het is ook spannend. Ze heeft al lang haar sinds ze vier of vijf is en ze gaat vast missen hoe het in de wind zo lekker om haar hoofd waait. Maar ze weet vooral niet hoe haar vriendinnen en haar vriendje gaan reageren, want niemand weet dat ze haar haar vandaag doneert. ‘Misschien vinden ze het wel stom. Maar ik dacht: daar laat ik me niet door bepalen. Ik wil dit. Ik doe dit. En als de anderen het niet leuk vinden, dan is dat maar zo.’ 

Toen Lore hoorde dat je je haar kan doneren, besloot ze dat ze dat ook wilde. Want ze vindt het leuk om kinderen blij te maken. ‘En ik vind het ook belangrijk om andere kinderen te laten zien dat ik echt iets wil doen voor kinderen die het moeilijk hebben.’

Lang haar is trouwens ook lastig. Je moet er steeds de klitten uitkammen en het duurt heel lang voor het droog is. ‘En ik vind kort haar ook gewoon leuk.’ 

Eindeloos gemeten
Om tien over drie is het zo ver. Lore stopt haar lange haar nog een keer goed onder haar muts, want het moet droog blijven. Dan loopt ze samen met haar moeder naar de kapper. Daar wordt haar haar eerst eindeloos gemeten. De voorste plukjes zijn nog iets te kort, maar de rest is lang genoeg. 

De andere klanten kijken vertederd toe hoe de kapper twee lange vlechten maakt. Dan houdt hij de schaar omhoog. ‘Je weet het zeker?’ ‘Ik weet het zeker.’ Met twee knippen liggen de vlechten vóór haar.

‘Goed hoor, dat je dit doet’, zegt een klant als ze langs Lore naar buiten loopt. Lore zelf kijkt meer in de spiegel dan naar de vlechten, want wat ze nog over heeft, is korter dan ze had gedacht. Maar als de kapper na een lange en zorgvuldige knipbeurt het resultaat laat zien, is ze er heel blij mee. ‘Dank je wel!’ Haar moeder omhelst haar. ‘Hoe voel je je nu?’ ‘Vrij.’ 

‘Stoer, hoor!’, zegt de eigenaresse van de kapperszaak. ‘Mag ik er een filmpje van op Instagram zetten?’ Dat mag. Vrolijk houdt Lore haar vlechten omhoog.

Spannend
Dan gaat ze met haar vlechten in een tasje naar huis. Daar is haar vader de eerste die haar met haar korte haar ziet. ‘Wat gaaf, Lore! Wat een mooie koppie! Wat cool! Wat stoer!’ 

Hoe vond ze het bij de kapper? ‘Spannend. Maar tegelijkertijd was ik ook wel benieuwd hoe het er uit zou zien.’ Is het een beetje geworden wat ze had gedacht? ‘Nee. Ik had gedacht dat het langer zou zijn, maar ik vind dit eigenlijk wel mooier. En als ik wakker word, hoef ik er alleen maar even met de borstel doorheen en klaar!’ En hoe denkt ze dat haar vriendje het vindt? ‘Ik denk dat hij het wel cool vindt.’ 

Maar nu gaat ze eerst videobellen met haar tante. Die is de enige die weet dat ze vandaag haar haar zou afknippen. Morgen stuurt ze de vlechten op naar stichting Haarwensen. Met een formulier erbij, want ze hoort er graag iets over terug. ‘Ik hoop dat ik een ander kind er heel blij mee maak.’ 

Cool
En maandag wordt het weer spannend, want dan ziet de hele klas het. ‘Ik denk wel dat ik voor de klas ga staan en het ga uitleggen.’

En dan slaat ze onzekerheid toch even toe, want vannacht gaat ze bij haar vriendinnetje Roos logeren en die weet nog van niets. Ze verheugt zich erop haar te zien, maar toch … ‘Als zij het nou echt heel stom vindt?’ ‘Nou’, schiet haar vader haar te hulp. ‘Wat zeg jij dan?’  

Even later belt ze trots, blij en een beetje onzeker aan bij Roos. ‘Kijk, Roos, ik heb mijn haar gedoneerd.’ ‘Cool.’ ‘Ja, vind ik ook’, zegt Lore, ‘maar ik moet nog wel een beetje wennen.’ Roos: ‘Ik moet ook nog een beetje wennen.’ 

Tekst: Marijke Verduijn