Holifeest

Holifeest

Het Hindoeïstische Holifeest, of Holi-Phagwa is een combinatie van een lentefeest, een feest van de overwinning van het goede op het kwade en een Nieuwjaarsfeest. Bij het vrolijke feest wordt gedanst, gezongen, gesnoept en met gekleurd poeder gestrooid.

Devika laat zien hoe zij het viert:

Als voorbereiding op het Holifeest wordt een stek van de Rearh-plant geplant. Hierbij bidt en offert de Pandit (priester) om voorspoed voor de gelovigen en de hindoegemeente. Hierna worden de landbouwgronden ingezaaid en voorbereidingen getroffen voor het Nieuwjaarsfeest.

Van droog en brandbaar plantaardig materiaal bouwt men een holka: een stapel van stro, riet en takken, stengels en droog hout. Tijdens de laatste volle maan vóór het Holifeest wordt het plantje dat uit de stek is gegroeid – als symbool van het goede – van de holka gered, waarna de holka – die staat voor het het kwade – wordt verbrand. Men gaat net zo lang zingend rond de brandstapel tot de holka helemaal uitgebrand is.

Als de as van de Holka is afgekoeld en de Pandit bij de brandstapel een ochtenddienst heeft uitgevoerd, krijgen de aanwezigen een stip (geluksteken) van de as van de holka op hun voorhoofd en begint het Holifeest. Dat wordt tot laat in de nacht uitbundig gevierd met eten, drinken, zang en het elkaar bekogelen met nat, gekleurd poeder. Men wenst elkaar bij dit feest “Subh Holi!” toe, wat zoveel wil zeggen als ‘Gelukkig Nieuwjaar!’.

Het verhaal achter het feest: koning Hiranyakashipu vroeg Brahma (de god van vernietiging en herstel) hem onsterfelijk te maken. Shiva (de god van vernietiging) vervulde zijn wens. De koning liet iedereen in zijn land weten dat hij niet alleen koning was, maar ook god en dat men hem moest aanbidden. Uit angst deed iedereen dat, behalve de zoon van de koning: Prahalad.

De koning ontstak in woede en zei tegen zijn zoon: “Als je mij niet aanbidt, zul je gedood worden.” Maar de zoon antwoordde dat niet de koning, maar Vishnu (de beschermgod van het heelal, die waakt over het welzijn van de mensen) zijn god was. Vanaf dat moment probeerde koning Hiranyakashipu zijn zoon te doden; maar Vishnu wist dat telkens op een wonderlijke manier te voorkomen.

In het paleis woonde ook een zus van de koning: Holika. Holika had gehoord van de ongehoorzaamheid van Prahalad en ze bedacht een boos plan, waarmee ze naar de koning ging. “Ik zal naar je zoon gaan en hem vertellen dat ook ik stiekem Vishnu vereer. Dan stel ik hem voor om samen een offer aan Vishnu te brengen door met z’n tweeën op een brandstapel te klimmen. Maar zelf trek ik een onbrandbaar kleed aan, zodat alleen de ongehoorzame Prahalad zal verbranden en bewezen zal worden dat jij god bent.” De koning stemde toe in het plan.

Op de avond van de verbranding waren veel mensen voor het paleis verzameld. Maar toen de brandstapel werd aangestoken, kwam Holika kwam in de vlammen om en bleef Prahalad ongedeerd. Op het Holifeest vieren hindoes de overwinning van het goede op het kwade, van het recht op het onrecht.