‘Pesten verwoest je leven’

‘Pesten verwoest je leven’

Fotografe Susan Leurs is pedagoog en fotograaf. Ze portretteert en interviewt onder meer pesters en mensen die gepest zijn.  

‘Gepest worden is een soort oorlog, die je elke dag moet voeren.’ Susan Leurs fotografeert kinderen en mensen die zijn of worden gepest. ‘Veel kinderen vertellen het niet aan hun ouders. En dan voer je die oorlog helemaal alleen.’

Zoals Marco, die zowel op de basisschool als op de middelbare school is gepest: geslagen, in elkaar geslagen en nog veel meer. Om niet meer te hoeven voelen wat hij voelde, is hij aan de drugs gegaan. Hij heeft dus het grootste deel van zijn leven niet kunnen ontdekken wie hij had kunnen zijn als dat pesten niet in zijn leven was gekomen. Pas nu hij achter in de dertig is, heeft hij zichzelf een beetje hervonden en helpt hij andere mensen die zijn gepest om hun leven weer op te pakken.

Er hangt ook een foto van een jongetje dat al van jongs af aan denker wilde worden. Zijn ouders hadden hem uitgelegd wat filosofie is en hij zei op school: ‘ik word filosoof’. De andere kinderen begrepen dat natuurlijk niet. Dan moet je als docent vragen of hij dat wil uitleggen voor de klas en heel goed opletten, want als zo’n jongetje buiten de groep valt, gaat het fout.

Waarom koos je dit onderwerp?
Ik wilde pesten een gezicht geven. En ik wilde het taboe op pesten doorbreken. Er wordt zoveel meer gepest dan je zou denken: op school, in het bejaardentehuis, op het werk. Mijn insteek was: kijk deze mensen in de ogen en ga bij jezelf na: wat is mijn aandeel? Wat kan ik er aan doen?

Wilden mensen er wel aan meewerken?
‘Mensen willen heel graag meedoen. Ik begon met rondvragen in mijn eigen kring en dat breidde zich al snel uit. Via een besloten Facebookgroep kunnen ze contact met elkaar leggen en – als ze dat willen – hun verhaal delen. Veertien van die verhalen heb ik gebruikt in deze eerste expositie. De bedoeling is dat in een vervolg weer andere deelnemers hun verhaal kunnen vertellen. Tijdens rondleidingen kunnen deelnemers ook hun verhaal vertellen aan het publiek.

Je portretteerde zonder bovenkleding, sieraden of make-up.
Voor sommige mensen is dat heel moeilijk. ‘Ik vind mezelf zo naakt.’ ‘Ik vind de foto zo lelijk.’ Maar juist omdat er niets is dat je afleidt of achtergrondinformatie geeft, kijk je alleen nog maar naar de ogen.
Daarom vraag ik mensen ook hun bril af te doen. Er was een vrouw, die daar zo’n moeite mee had, dat ze bijna afhaakte. Want met die bril kon ze haar ogen juist verbergen. Ze heeft toch meegedaan. Dat vind ik heel knap.

Waarom portretteerde je gepesten én pesters?
Ik heb veel gepraat met een meisje van wie de beste vriend twee jaar geleden uit het leven is gestapt. Dat was heel moeilijk, want het pesten ging best ver: geld aftroggelen, eten afpakken en dan weggooien, mishandeling.
Toen dacht ik: ik zou eigenlijk ook pesters moeten fotograferen en met hen in gesprek gaan. Ook als pedagoog vraag ik me af: waarom doet iemand zoiets?

Wat trof je het meest?
Dat pesters vaak zelf zijn gepest en uit een soort overlevingsdrang een zwakker iemand zoeken. En dat er mensen zijn bij wie dat mechanisme niet werkt, omdat ze domweg niet in staat zijn om gemeen te doen tegen iemand anders. Die laatsten hebben het heel moeilijk: ze kunnen zich nauwelijks handhaven in een groep en zijn meer aan het overleven dan aan het leven.
Dat heeft vaak levenslange gevolgen. Pesten verwoest je leven. Sommige mensen houden er echt PTSS aan over. Gepest worden is een soort oorlog, die je elke dag moet voeren.

Wat me ook trof, is dat zoveel mensen het nooit aan hun ouders hebben verteld. Ik heb zelf een goede vriendin die op de middelbare school heel erg is gepest en het pas twee jaar geleden – ze was toen midden veertig – aan haar ouders heeft verteld. Ik vind het heel erg om dat te horen. Want als je het thuis niet kwijt kan, voer je die oorlog helemaal alleen. Dat laat heel diepe krassen achter.

Op de basisschool vertellen kinderen het nog wel, maar het is heel moeilijk om je ouders te vertellen dat het op de middelbare school opnieuw begint. Je wil ze niet teleur stellen. Pubers hebben vaak toch al een laag zelfbeeld. De rol van de ouders is ook minder duidelijk dan op de basisschool: ze staan verder van school af en ze vinden misschien dat je moet leren om je eigen boontjes te doppen. Of ze geven adviezen waar je niks mee kunt, zoals: sla er gewoon op. Pubers zijn vaak ook bang dat hun ouders naar school gaan en het nog erger maken.

En als kinderen het thuis wel delen en hun ouders het willen oppakken, lopen ze op school soms tegen een muur. Ik heb zelf lesgegeven en ik weet hoe moeilijk het is voor een docent. Maar ik denk dat scholen echt veel meer aandacht moeten besteden aan sociale vaardigheden. Daar zijn verschillende programma’s en workshops voor ontwikkeld. Je moet als school uitzoeken wat bij jou werkt, maar je kunt kinderen leren met elkaar om te gaan, hun grenzen aan te geven en niet over de grens van een ander heen te gaan. Dat mag gewoon niet.’

Susan gaat door met het portretteren van pesters en gepesten en het organiseren van tentoonstellingen met een educatief programma er omheen. Je kunt met haar in contact komen via haar website: https://www.susanleurs.com/

Interview: Marijke Verduijn
Foto’s: Susan Leurs