Een pop die op je lijkt

Een pop die op je lijkt

Ellen Brudet had een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader. ‘Mijn ouders hebben elkaar 62 jaar geleden leren kennen en hebben het hier in Nederland heel moeilijk gehad. Vooral mijn moeder kreeg heel veel te verduren. Die verhalen heb ik tot haar dood gehoord.

Toen ik klein was, wilde mijn moeder me graag een gekleurde pop geven. Toen ze er eindelijk één vond, was ik al negen en wilde ik hem niet meer, omdat ik gewend was geraakt aan witte poppen. Dat vond ze heel erg. Ze was er zo blij mee en ze had zo graag gewild dat ik me met die pop had kunnen identificeren. 

Ik begreep daar niets van, tot ik zelf kinderen kreeg. Toen ik een geboortekaartje ging uitzoeken, zag ik alleen maar kaartjes met witte baby’s. Ik ben grafisch ontwerper, dus toen heb ik mijn eigen kaartje ontworpen. Maar toen ik veertien jaar later opnieuw een kind kreeg, was het nog precies hetzelfde. En nog steeds. Heb je er wel eens bij stilgestaan dat je in winkels alleen maar kaarten met witte kinderen ziet? En dat je geen felicitatiekaart voor een huwelijk kunt vinden met bruine handen? Er moet meer kleur in de maatschappij komen.’ 

Om daar in te voorzien, ging Ellen zelf wenskaarten ontwerpen: met kindjes uit allerlei verschillende culturen. Daarna volgden slabbetjes met teksten als: geef mij maar roti, of: geef mij maar couscous. Eerst stond ze er mee op de markt, maar in 2016 kreeg ze een winkel en aan het eind van dat jaar ging ze met een kleine crowdfunding haar eigen poppen maken. 

Ze ontwierp er drie: Selah, vernoemd naar de dochter van een vriendin én naar een vrijheidsstrijdster in Afrika, Rosa naar Rosa Parks en Malcolm, naar Malcolm X.  Inmiddels zijn er allerlei verschillende poppen. De unieke exemplaren heten vaak naar de kinderen voor wie ze zijn gemaakt. ‘Alle namen van onze poppen zijn een statement: je bent mooi en waardevol zoals je bent.

Ieder kind moet zich in een pop kunnen herkennen. Donkere kinderen willen soms helemaal geen zwarte pop. Toen ik nog op de markt stond, deed ik wel eens de dolltest: dan laat je kinderen een witte en een zwarte pop zien. Kinderen kiezen meestal een witte, ook de zwarte kinderen. Ik was een keer in Gambia en daar was het precies hetzelfde. We leven in een witte wereld en we zijn allemaal geïndoctrineerd. Dus het gaat om méér dan herkenning, het gaat ook om erkenning en bewustwording. En dat begint thuis. 

Er kwam eens een oma binnen met een zwart kleinkind: “Ze wil gewoon geen zwarte pop. Ik kan er niets aan doen.” En een schattig klein jongetje: een plaatje, maar hij vond zichzelf lelijk. Dan zeg ik tegen die ouders: ‘”Dit gaat niet goed, hè? Jullie moeten hier aan werken.” Sorry hoor, je kunt er heel veel aan doen. Mijn moeder zei tegen mij: “Ik moet uren in de zon liggen om jouw mooie kleur te krijgen. En ik mocht willen dat ik jouw mooie haren had. Je bent mooi. En je kunt alles bereiken wat je wil.” Daarom ben ik geworden wie ik ben. 

Ik wil zo graag dat alle kinderen een positief zelfbeeld krijgen. Ik vind dat een donker kind, een Chinees kind of een Arabisch kind als allereerste een donkere, Chinese of Arabische pop moet zien. Een pop die op haar lijkt. Daarna mag er best een witte pop komen, want die horen er ook bij. 

Soms is er een hype in de poppenwereld, bijvoorbeeld na een film over een mooie prinses. Die zijn bijna altijd wit. Natuurlijk mogen kinderen haar mooi vinden en ze mogen er ook mee spelen. Maar als ze er echt op willen gaan lijken, moet je als ouder ingrijpen. En zeggen: “Jij bent prachtig zoals je bent”.’

Toen Ellen nog op de markt stond, werd ze een keer geïnterviewd door AT5. ‘Zij vroegen: “Wat is je grootste droom?” Toen zei ik: “Een pop met Down.” Ik had vroeger een nichtje met Down, en ik weet hoeveel schoonheid er in die kinderen zit. Nu is er een pop met Down.  En we hebben poppen met huidaandoeningen als vitiligo. Poppen met albinisme. Voor ieder kind kunnen we een pop maken met precies dezelfde aandoening als het zelf heeft. Ik wil de schoonheid laten zien achter een aandoening of een beperking.’  

Als Ellen door het boekje bladert met foto’s van kinderen met haar poppen (vaak allebei in dezelfde kleren), heeft ze bij iedere foto een verhaal. ‘Kijk, dit Amerikaanse meisje wilde niet meer naar school. Nu heeft ze een pop met precies haar huidaandoening en gaat ze weer. En dit meisje is geboren met een wijnvlek op haar gezicht. Haar ouders hebben hem laten verwijderen, maar kregen daar achteraf spijt van: ze vonden het eigenlijk wel mooi. Nu hebben ze een pop laten maken met precies de wijnvlek die het meisje had.’

Coloured Goodies is allang geen eenvrouwsbedrijf meer. Achter iedere pop die speciaal voor een kind wordt besteld, staat een heel team: iemand verzorgt het haar, een ander maakt de kleding van het kind na en poppenmaker Corina Klaassens (‘de artiest’) geeft heel precies de verschillende aandoeningen weer op de poppen.  
Soms krijgen ze grote opdrachten. ‘We hebben met een actie 150 zwarte poppen kunnen doneren aan een weeshuis in Afrika. En via stichting Inside The Same 500 poppen met albinisme voor een aantal beschermde dorpen in Tanzania, waar kinderen met albinisme in veiligheid kunnen leven. Met onze poppen willen we hen laten zien hoe mooi ze zijn. 

Er zit schoonheid in iedereen. Maar we leven in een witte wereld. Dat heb ik mijn eigen kinderen ook meegegeven: je zal harder je best moeten doen. Maar al gaat het met heel kleine stapjes, het komt wel goed. Dan ben ik er vast niet meer. Ja, of ik kom terug, natuurlijk. Als wie? Als Obama. Dat lijkt me wel wat.’  

Interview: Marijke Verduijn

Zie hier meer voorbeelden en informatie over Ellens winkel Coloured Goodies in Amsterdam-Noord. 

Lees ook: ‘Mooi zoals je bent’: het afscheidscadeau van burgemeester Michael Bloomberg aan zijn stad New York