//= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-regular-400.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-solid-900.woff2' ?> //= get_template_directory_uri() . '/vendors/fontawesome/fontawesome/fa-light-300.woff2' ?>
Zeven jaar geleden kwam Raneem (21) uit Syrië naar Nederland. Nu doet ze eindexamen VWO. Ze staat er heel goed voor, maar is elke keer toch zenuwachtig. ‘Ik heb niet het gevoel dat ik ga zakken. Maar ik wil niet alleen maar slagen, ik wil ook hoge cijfers halen. Dan kan ik geneeskunde doen.’
‘Ik wil hartchirurg worden. Dat heb ik besloten toen we uit Syrië naar Nederland kwamen. Ik was 9 jaar toen de oorlog daar begon. Ik zag gewonde mensen voor de deur van het ziekenhuis liggen omdat er te weinig dokters waren om hen te helpen. Toen dacht ik: ik ga het grootste doen wat ik kan om mensen in Nederland te redden. Ik dacht meteen aan het hart, want het hart is het belangrijkste orgaan en ik wil mensen graag een tweede leven geven. Zoals ik dat zelf gekregen heb in Nederland.
Wel goed. Ik heb 90 procent kans dat ik slaag. Maar toen ik van de Havo naar het VWO ging, kreeg ik twee nieuwe vakken: natuurkunde en Duits. Dat was heel lastig, want mijn klasgenoten hadden dat al een paar jaar gehad en voor mij waren ze helemaal nieuw. Ik heb heel hard gewerkt, maar voor natuurkunde sta ik toch een 5. Ik doe m’n best, maar soms is m’n best niet genoeg.
Voor alle andere vakken sta ik 7 of hoger, dus ik maak me geen zorgen. Ik moet nog biologie, scheikunde, Engels en Arabisch, maar dat laatste is heel makkelijk voor me.
Zeker. Voor geneeskunde moet je het profiel Natuur en gezondheid hebben plus natuurkunde.
Ik denk het niet, het zijn wel mijn favoriete vakken. Behalve natuurkunde dan. Scheikunde valt wel mee en biologie heeft wat inzet nodig, want de toets is altijd zoveel lastiger dan de stof, maar ik vind het wel heel leuk.
In het begin wel. Ik moest een andere manier van leren vinden, die past bij VWO. Extra plannen, anders leren. De Havo was chiller. Daar hoefde ik maar kon ik het af met twee of drie dagen, maar nu moet ik elke dag leren. Soms maak ik extra huiswerk of oefen ik met wat ik in de les heb gehoord.
En ik heb voor natuurkunde en Nederlands een training in Leiden gevolgd. Van half negen ’s morgens tot half tien ’s avonds. Natuurkunde vind ik moeilijk en Nederlands is natuurlijk niet mijn moedertaal.
Bij natuurkunde sowieso. Voor Nederlands weet ik niet zeker. Ik had tijd tekort, dus ik kon niet alle vragen maken. En ik kijk de antwoorden niet na. Dat levert alleen maar stress op.
Ja, tijdens het maken van mijn examen krijg ik altijd gigantisch veel hoofdpijn. Dan zie ik al die vragen en krijg ik stress. Maar dan probeer ik vertrouwen te krijgen dat het goed zal gaan en dat ik een hoog cijfer zal halen. Ik heb tot nu toe drie examens gedaan en drie keer hoofdpijn gehad.
Ik heb niet het gevoel dat ik ga zakken. Maar ik wil niet alleen maar slagen, ik wil ook hoge cijfers halen. Dan kan ik geneeskunde doen.
Ik heb meegedaan aan de selectieprocedure voor het Erasmus, maar dat is echt een hele lastige. Ze beoordelen je op drie onderdelen: je cijfers, de dingen die je naast school heb gedaan en een rekentoets. Mijn cijfers zijn heel goed, ik heb naast school een bijbaan gehad en vrijwilligerswerk gedaan en ook op school dingen gedaan, dus dat was ook goed. Maar van de drie toetsen ging de rekentoets niet zo goed.
In Syrië heb ik wel rekenen gehad, maar we moesten zo vaak vluchten, dus dat is helemaal weggezakt. En hier lag de nadruk natuurlijk op Nederlands en op school op de grotere vakken. Dus ik ben uitgeloot. Daar was ik wel heel verdrietig over. Maar er zijn veel kansen in Nederland. Ik ga niet opgeven. Ik heb nog twee kansen.
Ik heb me nu ingeschreven voor Biofarmaceutische wetenschappen. Dat is een mix van farmacie en geneeskunde. Dat ga ik een jaar doen en dan ga ik het weer proberen.
Ik was tweeënhalf jaar vakkenvuller bij de Jumbo. Dat was wel leuk. Daarna werd ik commercieel medewerker bij Legoland in Scheveningen. Na twee maanden maakte ik promotie en werd ik shift-leader. Dan moet je medewerkers motiveren en problemen oplossen: vandaag zijn er zoveel bezoekers. Hoe gaan we die goed ontvangen?
Dat vond ik superleuk. Omdat ik Nederlands, Engels en Arabisch spreek en ook een beetje Turks, kan ik met iedereen communiceren. En ik vind het leuk om mensen aan te sturen.
Eind vorig jaar ben ik er toch mee gestopt. Het was te zwaar om te combineren met mijn school. Ik zat vijf dagen in de week op school en werkte in het weekend. Ik had meer vrije tijd nodig om te leren.
Ik werkte als vrijwilliger in een verpleeghuis in Leidschendam. Daar hield ik ouderen met dementie gezelschap. Thee drinken, wandelen, spelletjes doen. De naam van mijn functie was letterlijk: ‘sfeermaker’.
Ik heb een keer samen met een andere Syrische vrijwilliger Syrisch gekookt. Hij kan goed koken en ik heb de ruimte omgevormd tot een restaurant. Dan konden de mensen zich voelen alsof ze in een echt restaurant zaten.
En op school zat ik in de leerlingenraad, maar dat was nog op de Havo, vóór ik ging werken.
Nou, ik ben wel heel erg gefocust op mijn doelen. Ik stel dingen niet uit, want ik weet heel goed waarvoor ik het doe. Dus ik motiveer mezelf: als je voor scheikunde een 7 wil halen, dan moet je dit en dit doen en dan krijg je wat je wil. Wie een doel voor ogen heeft, doet dat zonder uitstel. En dat hoeft helemaal niet naar te zijn, want soms is de weg naar je doel net zo leuk als het doel zelf.
Dus ik ga ook de komende week alleen maar leren. Ik heb al alles al een keer geleerd, maar extra oefenen is altijd goed. Ik wil later geen spijt krijgen en denken: ik had tijd om te leren, maar ik ben lekker gaan wandelen.
Op de dag van de biologietoets ga ik iets leuks doen. Dat is de eerste beloning die ik mezelf geef. En direct na het examen wil ik gaan werken om te sparen voor een reis naar mijn moeder in Turkije. Maar ik ga zeker ook leuke dingen doen. Naar het strand, boeken lezen, schrijven voor Zin in Opvoeding …’
Interview: Marijke Verduijn