Profvoetballers Wout en Maud: ‘Kinderen spelen gewoon met elkaar; de ouders zijn vaak het probleem’

Profvoetballers Wout en Maud: ‘Kinderen spelen gewoon met elkaar; de ouders zijn vaak het probleem’

Maud: We waren het er al snel over eens dat we er op een subtiele manier thema’s in wilden verwerken die spelen in de voetballerij. En eigenlijk in de hele maatschappij. Dus in boek 1 hebben we subtiel het thema homo-acceptatie verwerkt en in boek 2 racisme en discriminatie. We wisten eigenlijk meteen al dat we ook boek 2 zouden maken, dus we hebben de karakters die daar een grote rol spelen al in boek 1 opgevoerd.

Wout: We wilden het vooral niet belerend doen. Het moest een leuk avonturenboek zijn over voetbal. Zoals de boeken over Snelle Jelle, die ik in mijn jeugd helemaal heb stukgelezen. Ik ben superblij dat dat echt goed gelukt is.

Maud: ‘Veel situaties die zijn beschreven, hebben zich letterlijk zo voorgedaan. De karakters van Wout & Maud komen ook voor 95% overeen met die van ons.

Wout: Ik ben een witte man, ik heb nergens last van gehad en kon gewoon vrijuit voetballen. Maar ik schrok wel van wat er zoal geroepen wordt op het veld. “Homo” is een compleet normaal scheldwoord geworden.

Maud: Ja, en de voetballerij vergroot natuurlijk uit wat er in de verdere maatschappij gaande is. Wout en ik bezoeken scholen en dan lezen we de passage voor waarin Wout meezingt met het lied Het zijn de homo’s yes, yes, van VSS. Die kinderen herkennen dat meteen, alleen zingen zij dan De homo’s van Vitesse, of een andere club.

Als je als kind meegaat met je vader en je vader zingt dat, dan heb je geen idee wat hij zingt, maar zing je mee. Het is tijd dat dat wordt omgebogen. In boek 2 wordt iemand gepakt op z’n huidskleur. Het is gewoon bizar dat dat nog steeds gebeurt. Vooral omdat voetbal juist heel erg verbindt: op de tribunes zit arm en rijk, homo en hetero, wit en zwart zij aan zij. Maar als ze op het veld lopen, pikken we ze er schijnbaar uit.

Wout: Moet je je voorstellen wat dat betekent als je als jongetje op jongetjes valt. Dan ga je misschien van voetbal af. En ik zou het iedereen zo gunnen dat ze gewoon lekker kunnen voetballen.

Maud: Omdat er geen openlijk homoseksuele voetballer is, ben je eigenlijk een onzichtbare doelgroep aan het treiteren.

Wout: Je ziet ook niet van buiten dat iemand homo is.

Maud: Maar dat jongetje kan zijn huidskleur niet verbergen en hij is doelwit van openlijk racisme op de tribunes: er klinken oerwoudgeluiden en er worden bananen naar hem gegooid. Dat is inderdaad heel schrijnend.

Wout: Dat is echt heel pijnlijk. Als het een bekende speler is, wordt het uitvergroot, maar ik heb het teruggezocht bij de NOS: het gebeurt echt elke week. Soms bij de amateurs, soms bij de profs. Geen land uitgezonderd. Dat hoort gewoon niet meer thuis in deze wereld. Ik hoop dat we met het boek een beetje kunnen meegeven: wat mijn vader of mijn buurman zingt, is niet oké.

Maud: De ouders zijn vaak het probleem. Er zijn nu wat trials gaande zonder ouders aan de lijn en dan is er helemaal niks aan de hand. Die kinderen spelen gewoon met elkaar. Dus ik hoop dat er een wat socialere, meer verdraagzame generatie komt. Daar kan de winst zitten. Ouderen kun je niet meer veranderen. Kijk maar naar de Zwarte Pietendiscussie: kinderen boeit het niet of er een roetveegpiet of een kaaspiet is, alleen de oudere generatie maakt zich er druk om.

Daarom zetten we in op de jongere generatie en willen we bij hen meer bewustwording creëren. Voetbal moet voor iedereen zijn. We hopen dat er na deze druppels op de gloeiende plaat meer druppels zullen volgen.

Wout: Heel veel. En alleen maar positieve. Laatst zei een ouder: “Mijn kind heeft eindelijk een boek uitgelezen.” En in een bibliotheek vroeg een jongetje dat er twee vriendjes was na afloop aan mij: “Mag ik dit weekend wel gewoon meezingen met die liedjes?” “Nou, het zou wel mooi zijn als je dat niet meer zou doen.” “Oké.”

Dat willen we bereiken: dat een kind gaat nadenken: hé, ik heb dat het afgelopen weekend ook gedaan, maar Maud en Wout zeggen dat dat niet oké is. We hopen dat er een generatie lievere kinderen opgroeit.

Maud: Er komt waarschijnlijk een derde boek, maar niet over de positie van meisjes. In de boeken zit een ontwikkeling. In boek 1 word ik in mijn team nog niet helemaal geaccepteerd, maar in boek 2 sta ik helemaal in mijn eigen kracht, omdat het team me volledig heeft geaccepteerd. En zo is het in het echt ook gegaan.
Het vrouwenvoetbal is zich wel heel snel aan het ontwikkelen. Ook in mijn oude plaatselijke voetbalclub zijn er nu heel veel meisjesteams. Natuurlijk lopen we nog wel tegen dingen aan, maar dat is inherent aan vrouw zijn in een mannenwereld.

Wout: We zouden het wel heel leuk vinden. Maar de eerste boeken zijn binnen drie jaar uitgekomen. Toen waren we allebei nog profvoetballer en konden we het wel matchen met ons werk.

Maud: Maar nu werk ik in het Zuiden en Wout in Twente en we moeten het zien in te passen in ons leven.

Wout: Ik wilde trouwens heel graag dat de boeken “Maud en Wout” zouden heten, maar onze schrijfster zei: “Jongens identificeren zich alleen met jongens, maar meisjes identificeren zich met jongens én meisjes. Dus Wout moet voorop. Want jongens lezen wel een boek over een jongen en meisjes lezen ook boeken over jongens.”
Jammer, eigenlijk. Voetbal kan een enorme kracht zijn om te verbinden. Het is een teamsport. Dat is sowieso al heel mooi. En het is ook een volkse sport, waarin allerlei culturen en achtergronden bij elkaar komen. Dat is zo mooi aan het spelletje voetbal.’

Interview: Marijke Verduijn
Foto: Stef Heerink

Wout Brama en Maud Roetgering zijn beiden ex-profvoetballer bij FC Twente. Hun boeken Wout & Maud: Het geheim van de trainer en Wout & Maud: Vol in de aanval zijn hier te bestellen.