Neowa en haar beste vriendin Jasmijn schreven samen het profielwerkstuk De ontslagbrief. Het trauma van de Molukse gemeenschap. Ze zetten daarmee de nalatenschap voort van Neowa’s overleden oma, die als meisje van vier naar Nederland kwam en opgroeide in de Molukse gemeenschap in kamp Vught. Een schoonzus van oma, oma Joke, kleedde hen voor de presentatie in een Molukse kabaja.
Het werkstuk leverde hen niet alleen een tien op, maar ook veel kennis over de geschiedenis van de Molukkers en hun eigen familie. ‘Ik had er graag met oma over gepraat. Ze zou ook echt trots op ons zijn geweest.’
‘Oma was vier toen ze met haar ouders op de boot vanuit de Molukse eilanden naar Nederland ging. Ze wist daar niet heel veel meer over, behalve dat het superlang duurde en niet heel fijn was. In Nederland zijn ze direct in kamp Vught gezet, omdat ze hier maar tijdelijk zouden blijven. Maar oma heeft daar haar hele leven gewoond. Toen ze opgroeide, kreeg ze de pijn van haar ouders mee.
Oma wist superveel van de Molukse geschiedenis, cultuur en religie. Ze had een kamer vol boeken en krantenknipsels en gaf ook jarenlang rondleidingen in kamp Vught. Dan vertelde ze ook over de Molukse geschiedenis.
Mijn overgrootvader was een KNIL-militair en heeft aan de Nederlandse kant gestreden in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. In 1951 kregen alle KNIL-militairen een dienstbevel om tijdelijk naar Nederland te gaan. Ik heb uit ons onderzoek geleerd dat ze hier nog vóór ze van de boot af waren een ontslagbrief kregen. Dat heeft hen enorm verbitterd. Ze voelden zich afgedankt en verraden. En vernederd – ook doordat ze werden ondergebracht in een voormalig concentratiekamp.
Molukkers zijn niet erg van het praten, maar houden hun gevoelens voor zich. In de praktijk reageerden ze hun niet verwerkte trauma en hun woede soms af op hun kinderen. En dat zorgde er weer voor dat het trauma werd doorgegeven, met als resultaat de Molukse acties in de jaren zestig en zeventig.
Nee, ze overleed helaas twee jaar geleden en toen was ik nog te jong om er veel interesse in te hebben. Maar we zijn vijf jaar geleden met de familie wel naar Indonesië geweest. Dat was mooi. En oma zei wel altijd dat ik wat meer interesse in de geschiedenis had dan bijvoorbeeld mijn zusjes.
Neowa is mijn beste vriendin, maar ik ben ook geïnteresseerd in geschiedenis en cultuur. En van mijn ouders heb ik altijd geleerd om met een open blik naar dingen te kijken. Dus toen Neowa zei dat ze dit onderwerp wilde doen, leek mij dat ook wel leuk.
We hebben heel veel research gedaan en heel veel boeken en artikelen gelezen. En we moesten de hele geschiedenis van Nederland en Indonesië uitzoeken. We hebben ook belangrijke mensen geïnterviewd, zoals de president van de RMS – de Molukse Republiek in ballingschap. Dat was best eng en daar hikten we wel tegenaan. We moesten onze belangst echt wel overwinnen. In totaal hebben we er meer dan een jaar aan gewerkt. Interviews duren best lang en we moesten ook gewoon ons schoolwerk doen. En schrijven gaat ook niet heel snel.
Dat is best bijzonder, maar ik had er nog nooit van gehoord. Ik wist alleen dat er nu een legerbasis is.
Maar als je zo naar de geschiedenis kijkt, dan vraag je je wel af: waarom zijn mensen ondergebracht in een concentratiekamp waar zoveel slechte dingen zijn gebeurd? Vooral kleine kinderen krijgen dat natuurlijk mee. Een kind van vier ziet dingen waarvan volwassenen denken: dat bestaat niet. Oma Joke – een schoonzus van Neowa’s oma – vertelde bijvoorbeeld dat ze als kind vreemde geluiden hoorde en geesten zag. En dat er nog prikkeldraad van het oude kamp lag. Daar is ze een keer over gestruikeld en daar had ze nog steeds littekens van.
Jasmijn: Door de emoties in die gesprekken realiseerden we ons pas wat voor trauma’s waren gecreëerd. Oma Joke vertelde er wel lachend over en maakte het voor ons heel mooi, maar als je dan hoort dat ze als klein kind over prikkeldraad struikelde … En een andere tante was echt boos. Het is ook interessant om te zien dat de een zoiets wat meer achter zich kan laten en een ander nog steeds gekwetst is.
Neowa: Door hun verhalen kwam het veel dichterbij dan door websites of boeken. Je ziet heel goed het generatieverschil in gevoelens. Tante Jermaine, die wat jonger is, was feller. Ik vond het interessant om dat te zien. En ik begreep beter waardoor de jongeren op een gegeven moment actie hebben ondernomen.
Neowa: We wisten wel dat Molukkers bekend zijn van die acties. Daar worden wel eens grapjes over gemaakt. Maar verder wisten we er niet zo heel veel van. We hebben ontdekt dat er enorm veel en enorm veel verschillende acties zijn geweest.
Jasmijn: Ja, we hebben een aantal grote acties, zoals de treinkapingen, beschreven, maar we ontdekten dat er echt enorm veel acties zijn geweest – ook kleinere, die we er uit moesten laten. En op een gegeven moment beseften we dat we het profielwerkstuk ook zo konden schrijven dat het ook een actie was.
Dus we hebben een brief gestuurd naar de minister van onderwijs dat er meer aandacht moet komen voor de bijzondere situatie van de Molukkers in de koloniale geschiedenis. En we schreven een brief aan het ministerie van Algemene Zaken waarin wij namens de Molukse gemeenschap excuses vroegen voor het niet nakomen van de belofte om te terug te keren naar Ambon en de gevolgen van de ontslagbrief.
Neowa: Wij zijn nu 75 jaar in Nederland, maar er komt steeds minder aandacht voor. Dat is jammer om te zien. Maar tijdens het schrijven van het profielwerkstuk merkte ik wel dat er nog steeds belangstelling is voor excuses en voor erkenning van het leed.
Neowa: Ja, dat was dubbel. Aan de ene kant zijn we wel blij dat we een reactie kregen. En ook wel een inhoudelijke, maar die inhoud klopte niet. Maar ik ben trots op ons dat we die brieven hebben gestuurd.
Ja, zeker. Dit is een moeilijk onderwerp voor Molukkers en ze houden sowieso niet zo van praten. Maar het is wel mooi om te merken dat ze er steeds opener over worden.
Ja, zij zou dit heel leuk hebben gevonden en zou ook echt trots op ons zijn geweest.’
Interview: Marijke Verduijn
Foto: Neowa en Jasmijn in kebaja, bij de presentatie van hun werkstuk